Westerbegraafplaats Gent: Over “koeketiene” en “kroakemandel”WBP: “markante” An in haar sas in haren hof.
Na de gebruikelijke vraag van An “Iedereen kent toch de geschiedenis van de Westerbegraafplaats?” is er toch altijd één die “neen” antwoord en dat is het moment waarop ondergetekende uitkijkt want dan volgt steeds het verhaal van An en haar goede vriend bisschop Bracq die de banvloek uitsprak over deze begraafplaats.
Maar het ging vandaag specifiek over “markante vrouwen” en ik dacht nog dat het over onze gids ging maar neen. Gezwind trokken 22 geïnteresseerden naar Marie Comparé. Deze erfgename van een lijnwaadhandelaar huwde Jacques Fredericq die 17 jaar ouder was. Samen kregen ze vier kinderen. “Gelukkig krijgt Jacques een hersenbloeding en is hij gedeeltelijk verlamd” zegt onze gids want anders was het zeker elk jaar prijs. Nu krijgt het echtpaar nog twee kinderen. Na het overlijden van haar echtgenoot kreeg ze nog een kind Karel. Ze hertrouwde later met Herman Loveling die Karel erkende als zijn zoon. Samen kregen ze nog drie kinderen: Pauline, Rosalie en Virginie. Zeker niet onbekend. Marie Comparé ligt hier niet begraven. De familie Fredericq wel. Daarnaast ligt César Fredericq die huwde met Bathilde Huet, die eerst nog overwoog om in het klooster toe te treden. Vandaar was het maar een stap verder naar Euphrosine Spanoghe. Zij schonk haar fortuin aan de stad Gent en het geld diende aangewend te worden voor de bouw van een jongensschool. Op het graf veel symboliek: de vijfpuntige ster, Pallas Athena, godin van de wijsheid, een putti met opgerichte toorts staat symbool voor de vrijmetselarij en ook een uittreksel van haar testament. François Laurent huwde met Marie Rosalie Tèche een telg ui het Luxemburgse staalbedrijf. Arbed en Sidmar zijn aan het koppel te danken. De dochters van Laurent huwden met zonen van de familie Caillez om zo het fortuin binnen de familie te houden. Pauline de Loose bezat oesterbanken en een rederij. Zij huwt Constant de Kerckhove de Denterghem. Hun zoon Charles wordt burgemeester van Gent.
Dat het niet enkel over belangrijke vrouwen moet gaan toonde An aan bij het graf voor Petronella Van Duuren .Het graf werd door haar ontdekt onder een rododendronstruik. Het graf kwam tevoorschijn en “haar mannekes”, zoals An de arbeiders op “haar” Westerbegraafplaats placht te noemen zorgen er nog steeds voor dat de rododendronstruik regelmatig gesnoeid wordt. Ook een mooi vrouwenbeeld kan bekoren. De Gezelle was theatercriticus. Het masker stelt de tragedie voor, logisch voor een overlijden. Het beeld zelf is een pleurante, door An steevast “een bleiter” genoemd. De Bast ging zijn vrouw in Rome zoeken: Amalia Armellini. An toonde een prentje de Italiaanse schone voorstellend in traditionele klederdracht. De moeder van Edward Anseele, Rosalie Washer, wilde dat haar kinderen onderwijzer werden. Alleen bij Edward lukte dit niet, die werd drukker. Edward huwde met ene Maria De Coster. Hij was, dixit An, schuchter maar hield er toch een “koeketiene”, Gents voor een concubine, op na. An had pretoogjes toen ze vertelde dat ze de laatste rustplaats van de weduwe die Anseele troostte ontdekt had en ons weldra ging tonen. Ook Paul Van Zantvoorde ging het in Italië zoeken: hij huwde Maria Calvi uit Milaan. Ook het grafmonument komt uit Italië.
Vandaar naar Virginie Loveling, de schrijfster, en haar zuster Pauline. Deze laatste was de moeder van Cyriel Buysse. Cyriel “verdween” regelmatig om avontuurtjes te beleven. Ooit deed hij een huwelijksaanzoek aan Rosa Roossens dochter van Max Roossens die, de reputatie van Buysse kennende, een huwelijk niet genegen was. Amelie Luyssen,weduwe Van de Weghe, was de “koeketiene” van Anseele. Om een foto van haar te tonen moest An alle moeite van de wereld doen om de weerspannige boomtak opzij te schuiven. Heckers kreeg een prachtig beeld op zijn graf. Volgens An plagiaat met het grafmonument de Medici. Virginie De Hoon echtgenote van Karel Ledeganck. Bij deze rustplaats mijmerde An over de mogelijkheid om dichter Karel Ledeganck, de echtgenoot van Virginie, van het Campo Santo naar de Westerbegraafplaats te laten overbrengen. Anna De Weert – Cogen was een leerling van Emile Claus . Clara Sarteel was keramiste. Op haar graf het werk “Orpheus” omdat ze enorm veel van muziek hield . Jeanne Van Cauwenberghe was kunstschilderes . Vandaar naar Vina Bovy, de Gentse nachtegaal en directrice van de Gentse opera . We eindigden bij Antoinette Vandeputte . Ze stond op de markt met “kroakemandel”. Gentenaars kennen dat. Blijkt dat het bruine erwten zijn die gefrituurd en nadien gezouten worden. Ik zou zeggen smakelijk maar laat deze “lekkernij” toch aan mij voorbij gaan. Maar niet vooraleer An te danken omdat de toehoorders toch heel wat konden opsteken.
Jacques Buermans
Foto’s Leen Otte.