Mariakerke, An Hernalsteen oog in oog met bisschop BracqWBP en ons aller An in prima vorm.
Ons aller An Hernalsteen mocht 23 deelnemers verwelkomen. Gestart werd in de kerk waar An ons wees op een beeld uit 1825. De genius ) van de architectuur betreurt de overledenen en zoekt troost in het geloof. Een ommetje rond de kerk gemaakt. Een eerste monument was dit voor Alfred Claeys Bouuaert, senator en “actief” in het voormalige Belgisch Congo. Een mooi voorbeeld van een neogotisch grafmonument. De familie Herry leverde enkele katholieke politici. Bouwmeester was August van Assche. Aan de manier waarop de wapenschilden gebeeldhouwd werd kon men de heraldische kleur identificeren. Op het grafmonument voor Kervyn troffen we twee doodshoofden aan en de omgekeerde toorts. We zagen een zeldzaam beeld: een gekroonde dood ” bij Van de Vyvere, fabrikant van schoenen en textielhandelaar. Iets verder het graf voor de tweede burgemeester van Gent: De Naeyer. Volgens de Fransen was hij niet streng genoeg en werd hij afgezet. Van den Hecke.. Edmond Bracq was senator. Een heel bescheiden man want hij liet voor zichzelf een kasteel bouwen dat hoger zou zijn dan de kerk. Spijtig waren zijn geldmiddelen ontoereikend.
Voor we de begraafplaats betraden vertelde An over de “kerkhofoorlog”. Bisschop Bracq verbiedt begraven in ongewijde grond en spreekt van op de kansel een banvloek uit over de Westerbegraafplaats. De katholieken moeten op zoek naar een plaats om hun doden te begraven. De eerste plannen leiden naar Ledeberg maar de grond is daar veel te vochtig omdat die zich vlak bij de Schelde bevindt. Hier in Mariakerke wordt grond aangekocht en de begraafplaats wordt op 14 oktober 1873 ingewijd. An kon niet nalaten om te vertellen dat Mariakerke het enige Campo Santo van Gent was en niet die “sukkels” van Sint-Amandsberg want, dixit An: “dit is maar een ordinair kerkhof!”
Petrus Pauwels werkte zich op als beeldhouwer. Henry de Tracy was schilder. Hij plakte “Bernard” achter zijn voornaam omdat de beter klonk. Mathias Zen, neogotisch beeldhouwer. Iets verder Frans Coppejans , kunstschilder, en gekend als een der redders van het Lam Gods tijdens de eerste wereldoorlog. Op een platte wagen werden de panelen uit Sint-Baafs verwijderd en weggestoken in een woning in Patershol. Toen de Duitsers vlakbij die woning kwamen werden de panelen op dezelfde wijze overgebracht naar de kerk van de Augustijnen. Alex Beaumont Van Damme kreeg een graf met een serre er rond. Pausenberger was beeldhouwer en grafmaker. August Nobels was pastoor van Sint-Jan-Baptist en beeldhouwer. Ilias d’Huddegem was kanunnik van Sint-Baafs. Gustaaf Van Hoorebeke specialiseerde zich in het opmaken van stambomen voor adellijke families.
Dan betraden we de knap gerestaureerde gaanderij. Catharina van Zingerling was het jongste kind van een familie waarvan vader vrijmetselaar was. Die man overleed toen ze nog jong was en zij trok naar de karmelietessen, heel haar fortuin meenemend. Grafmonument voor de familie Van der Eecken. Blommaert was een van de steunpilaren van de Vlaamse beweging. Op de tekst op de grafplaat is het opschrift bij zijn naam het enige die in het Nederlands vermeld staat. Hye – de Crom waren wijnhandelaren. Gerard Cooreman was minister. In 1914 verliet hij het parlement en werd directeur van de Société Générale. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog volgde hij de regering hoewel hij op dat moment geen parlementslid was. Tegen het einde van de oorlog deed koning Albert andermaal een beroep op Cooreman om de leiding van het kabinet op zich te nemen. Op 1 juni 1918 aanvaardde hij. Op 13 november 1918 bood Cooreman het ontslag van zijn regering aan en in de daaropvolgende dagen kwam in Loppem de regering tot stand. Sommigen verweten Cooreman dat hij zijn ontslag te vlug zou hebben gegeven en zo koning Albert vrij spel zou hebben gelaten om zijn wil door te drijven. De familie Hye – Huys ging op bedevaart naar Spanje. Onderweg kwamen ze in een storm terecht. Ze baden tot Theresa Van Avila met de belofte dat, indien ze de storm overleefden, ze een kapel ter hare ere zouden laten oprichten. Zo geschiedde.
Op het eind van de gaanderij stond An oog in oog met haar goede vriend bisschop Bracq. De knekeltjes van de brave ziel werden verplaatst naar Sint-Baafs en dat zinde onze An niet. Hij lag in de gaanderij naast zijn goede vriend de Hemptinne .An vroeg zich af hoe die zich, na het laatste oordeel moet gaan voelen wanneer hij ontdekt dat zijn vriend Bracq verdwenen is. Dus aan allen: gelieve de petitie van An te ondertekenen “wij willen Bracq terug in Mariakerke”.
Terug buiten ontmoetten we nog een mooi glazen grafmonument. An sprak hier dat het gewaagd was omwille van het feit of het monumentje wel bestand zou zijn tegen weer en wind en vandalenstreken. Eindigen deden we bij het verhaal van twee kindjes die verdronken toen moeder met haar wagen achteruit in de Brugse vaart reed. Omstaanders haalden de moeder uit de wagen maar wisten niet dat twee kinderen achteraan in de wagen vastgeklonken waren. Iets te laat om, zoals An steeds zegt “de patatjes op te zetten” togen we huiswaarts.
-
glazen monument
-
kinderen
Jacques Buermans.
Foto’s: Leen Otte.