En nog zo jong…ons lid Cis Kennes schreef een artikel over gesneuvelden in Blankenberge.
Het zijn maar vijf kleine witte ‘headstones’ - zoals er in het Vlaamse land tienduizenden zijn - op het kleinste Ereperk van de Begraafplaats van Blankenberge, maar ze verbergen een dramatisch verhaal dat nog maar eens het zinloze van de oorlog illustreert…
1.Situatie.
Brugge en Oostende worden door de Duitsers in WOI als strategisch belangrijke havens beschouwd. Al in het voorjaar van 1915 beginnen ze de haven van Brugge om te bouwen tot een oorlogshaven: op 10 km van de kust, met Zeebrugge verbonden door een breed kanaal, lijkt hen dat een ideale uitvalsbasis voor torpedoboten en onderzeeërs. De bestaande dokken krijgen nieuwe kaaimuren, er komen 8 gigantische drijvende dokken, loodsen, werkplaatsen en schuilkelders: niet minder dan 14.000 man, waaronder 4000 opgeëiste Bruggelingen zouden de ‘Kaiserliche Werft’ uitbouwen. (1)
Later, tussen ’17 en ’18, zouden nog eens acht reusachtige bunkers in gewapend beton opgetrokken worden ,die elke luchtaanval konden weerstaan: ‘de acht zaligheden’ .
Vanaf maart 1915 worden duikboten, geassembleerd op de Cockerill-werf in Hoboken, overgebracht naar Brugge, waar ze voorzien worden van torpedo’s. Zes maand later hebben 16 van die onderzeeërs al 140 geallieerde schepen doen zinken, en in 1917 gaat dit aan een tempo van 400 schepen per maand. Passagiersschepen en vrachtschepen worden daarbij niet ontzien, in die mate dat de voedselvoorziening van Engeland in het gedrang komt. De tijd van ‘Brittania rules the waves’ lijkt ver weg ! Sinds de slag bij Jutland had de Navy daar maar weinig tegen gedaan. De ‘Dover Patrol’ – een onderdeel dat als taak had heeft kanaal vrij te houden – krijgt veel kritiek. Admiraal Bacon heeft wel onder water mijnenvelden laten aanleggen tegen de Duitse U-boten, maar die varen daar overdag gewoon overheen. Hij wordt dan ook als hoofd van de Dover Patrol vervangen door Admiraal Roger Keyes , een persoonlijke vriend van Winston Churchill.
2. Het plan van Admiraal Keyes
Britse piloten die opstijgen vanuit Duinkerke droppen ‘tons of bombes’(2) op de haven van Brugge en vliegen dan door naar Zeebrugge om er onderzeeërs te bestoken, maar slagen daar maar gedeeltelijk in. Admiraal Keyes besluit op basis van eerdere plannen de duikbotenplaag te stoppen. Onder bescherming van een rookgordijn zouden voor wat betreft Zeebrugge drie onderdelen worden uitgevoerd:
Een bestorming van de strekdam (‘mole’) om het Duitse afweergeschut uit te schakelen. Dit onderdeel zou uitgevoerd worden door de (omgebouwde) Vindictive uitgerust met enterbruggen voor honderden soldaten, bijgestaan door de Iris en de Daffodil, twee omgebouwde overzetboten. Dit was slechts een afleidingsmanoeuvre voor het voornaamste onderdeel:
Drie zgn ‘blokschepen’ zouden – volgestouwd met beton en zwaar afval – zichzelf tot zinken brengen in de kanaalingang om het uitvaren van duikboten onmogelijk te maken. Dit is de taak van de Thetis, de Intrepid en de Iphigenia. In tegenstelling tot de Vindictive krijgen deze drie slechts een minimum aan bemanning mee, welke na afloop zou opgevangen worden door kleine motorboten.
Een onderzeeboot, de ‘C 3’, moet met springstof het houten viaduct tussen Pier en vasteland doen ontploffen om de Duitsers op de ‘mole’ te isoleren en de elektriciteit voor hun zoeklichten uit te schakelen. (603)
Dit plan kan maar slagen onder de volgende voorwaarden:
Er mag geen maanlicht zijn, om zo lang mogelijk onzichtbaar te blijven.
De wind moet landinwaarts waaien; anders heeft het rookgordijn (op basis van sacharine) geen zin.
De zee moet kalm zijn, omwille van de kleine motorboten.
Het moet springtij zijn om vanaf het dek van de Vindictive op gelijk niveau te komen met de strekdam .
3. De uitvoering.
- Op 11 april 1918 Is aan de vier voorwaarden voldaan, en staan 1700 man paraat. Helaas keert de wind en Keyes blaast het plan af: met enorme gevolgen, want één schip had de instructies niet doorgekregen, waardoor het in Duitse handen viel, te samen met het geheime plan van de operatie.
- Enkele dagen later moet een tweede poging worden uitgesteld wegens storm.
- Nu de Duitsers dubbel op hun hoede zijn, moet er snel gehandeld worden: alhoewel het op 22 april volle maan is, lijkt het een ideale dag: 23 april is de feestdag van Sint Joris, patroon van Engeland en notoir drakendoder: dit zou voor extra motivatie zorgen. De ernst van de situatie dringt pas door wanneer aan de manschappen gevraagd wordt zand te strooien op het dek om het bloed op te vangen. En bloed vloeit er: doordat de wind rond middernacht alweer draait, worden de logge schepen een al te gemakkelijk doelwit voor het Duitse marinekorps dat er grondig in maait. Toch slaagt de Vindictive er in om zich naast de havenmuur te leggen. Helaas zijn op dat moment al 10 van de 12 landingsbruggen vernield. Bovendien dreigt hij door de stroming af te drijven en moet hij door de Daffodil de hele operatie lang op zijn plaats geduwd worden, waarmee dit schip verder nutteloos wordt. Ook het derde aanvalsschip, de Iris, wordt door de stroming haast weggedreven, maar Luitenant Commandant Bradford kan met een ultieme sprong toch nog een ankertouw aan de kade vastmaken. Hij wordt in de rug geschoten en bekoopt het met zijn leven, maar zal postuum nog het Victoria Cross krijgen (3). Hij was niet de enige held: voor geen enkele operatie in de Britse geschiedenis zijn er meer eretekens uitgereikt dan voor deze raid, die nauwelijks een uur duurde. Waarschijnlijk zijn Lt Comm. Bradford en zijn collega Hallihan die hem nog wil redden geplet tussen de havenmuur en hun schip. Bradford spoelt later aan in Blankenberge. Tijdens de aftocht – toen de soldaten zich al veilig waanden – wordt de Iris nog geraakt door een voltreffer, waardoor nog 75 mariniers sneuvelden.
-
plakket zeebrugge
We mogen er van uitgaan dat ook de andere mariniers die in Blankenberge begraven zijn, aangespoeld zijn nadat ze – gewond of gedood – in het water terecht kwamen.
En verder ?
Van al de bevelhebbers bleef maar één officier over: Lt Comm. Adams.
Door een inschattingsfout van de Duitsers, slaagt de onderzeeboot ‘C3’ die het houten staketsel moest rammen, volkomen in zijn opdracht.
De Thetis wordt zwaar beschoten, maar geraakt niet tot bij de sluizen omdat hij verstrikt raakte in de stalen anti-duikbootnetten.
De Intrepid en de Iphigenia raken min of meer op hun bestemming, maar ‘vergeten’ de sluizen te rammen, omdat dat het werk was van de Thetis.
De bemanning van die drie schepen kan grotendeels ontkomen zoals voorzien, in kleine motorbootjes.
4.Resultaat ?
- Militair-strategisch gezien was de ‘Operatie ZO’ maar half geslaagd: bij hoog water konden de Duitse duikboten nog tussen de blokschepen doorvaren.
- Aan Duitse kant telde men 10 doden en 16 gewonden, terwijl aan de Engelse kant 161 doden vielen en 600 gewonden, waarvan er nog 28 later stierven. Plus 16 vermisten. Tien mannen misten de terugkeer en werden achtergelaten op de ‘mole’, waarna ze uiteraard krijgsgevangen werden gemaakt.
- De raid op Oostende, het tweede luik van de ‘Operatie ZO’ werd een fiasco: de Duitsers hadden hun voorzorgen genomen en gewoon de boeien verplaatst. Hierdoor liepen heel wat schepen vast op de zandbanken, waarna de opvarenden werden gevangen genomen. De Vindictive werd gekelderd.
- Het groot belang van deze raid was vooral psychologisch: de overlevenden hadden het fatalisme doorbroken en werden als helden verwelkomd en gelauwerd.
- Geleerd door dit verhaal,saboteerde het Belgische verzet bij het begin van WOII zelf preventief de haven,zodat de installaties aanvankelijk niet te gebruiken waren door de Duitsers. Ze werd in ’44 toch vermoest en werd pas in ’51 terug toegankelijk voor zeeschepen.
5. Wat rest er nog , behalve de headstones op ereperk 1 in Blankenberge?
In Engeland staat 23 april als een mijlpaal geboekstaafd. Regelmatig zijn er herdenkingen.
Op 16 juni 2012 werd er een vernieuwde ‘Saint George’s Day-wandeling’ ingehuldigd in Zeebrugge.
In Zeebrugge is er een Roger Keyesplein met een monument, opgericht met authentieke stenen uit de havendam of ‘mole’.
Op de begraafplaats van Zeebrugge naast de kerk liggen Engelsen en Duitsers broederlijk naast elkaar begraven.
Oostende kreeg een Vindictivelaan en de boeg van het schip kreeg een perkje bij de kanaalsluis.
Ook de bemanning van de Engelse onderzeeër ‘C3’die de verbinding met het vasteland had opgeblazen, kreeg een eigen monument, n.o.v. Pierre de Soete.
-
plakket de Soete
SIEGFRIED DEBAEKE: Brugge in de Grote Oorlog. Brugge, De Klaproos, 2011, 143 p., p.44-45
Times,18 okt. 1917
The London Gazette, 14 maart 1919, n° 31236, geciteerd in : KENNES CIS: De Begraafplaatsen van Blankenberge, 2009, p.32
Bibliografie :
° GEERT CLERBOUT : Publiek Geheim Van Halewyck,2011, p. 29-49.
° BARRIE PITT : Zeebrugge : St. Greorge’s Day 1918, London, Cassell, 1958, XV, 237 p.
° Zeebrugge raid.png
° D.LAKE : Zeebrugge and Ostend raids 1918, Pen and Sword, Barnsley, 2002
° XXX: Marinekorps Flandern, 1914-1917.
° JOHAN RYHEUL : Marinekorps Flandern 1914-1918. Uitg. Emiel Decock, Aartrijke, 1966, p. 47 , 48 en 235.
XXX : Cnoc is ier. (Tijdschrift) 45, jg. 2008, p.41.
Tekst en foto's : Cis Kennes.