Op zaterdag 27 maart was het verzamelen geblazen op de oude begraafplaats van Tienen. En deze keer mogen we echt wel spreken van een oude begraafplaats, ze dateert van 1784.
Het is de voorzitster van de gidsenbond die ons rondleidt op het oude deel. Als stadsgidse stelt ze niet enkel gidsbeurten op voor het grote publiek, ze spitst zich ook graag toe op het lokaal erfgoed voor de lokale bewoners. En zo is ze bij de begraafplaats terecht gekomen. We krijgen dus meteen de “waarschuwing” dat de rondleiding vooral is toegespitst op personen die voor Tienen belangrijk zijn (waren).
Ook wijst ze ons op de desinteresse van de stad voor deze mooie begraafplaats. Gelukkig kan uw nederige notuliste dit een beetje nuanceren. Stad Tienen heeft bij de Vlaamse Overheid advies gevraagd om de belangrijkste graven in te kleuren op de (niet zo recente) plattegrond(*). Een locale historica zou verder onderzoek doen naar deze graven. Dus toch een positieve noot in het verhaal, en zoals verder blijkt: ’t is nodig want de begraafplaats in Tienen is echt de moeite!
We beginnen bij de kruisen. Zoals op de veel begraafplaatsen, zijn de meeste kruisen in Tienen verdwenen. Onze gidse vertelt ons dat ze zelf al een kruis heeft gerecupereerd en in haar tuin van een plaatsje heeft voorzien.
Op de begraafplaats vinden we weinig symboliek die verwijst naar het beroep van de overledene. Een enkel graf is versierd met een lier. Het is het graf van een muziekleraar. En natuurlijk herkennen we ook de graven van priesters vrij gemakkelijk. Hier niet enkel aan de kelk, maar ook aan het lam.
En dan komen we bij de mooie kapel op de centrale as. Deze kapel is opgericht ter ere van de voormalige deken van Tienen, EH Rochet. Hij is gestorven bij een bombardement van geallieerden toen hij de biecht aan het afnemen was. Ter verduidelijking: de geallieerden waren ook hier de “goeden” hoor, alleen was hun doelwit niet het ziekenhuis maar de spoorweg. Door het treinverkeer lam te leggen konden ze de Duitsers serieus dwarsbomen. Helaas hebben ze verkeerd gemikt.
De elegante kapel is in zeer slechte staat. Ze wordt niet onderhouden omdat er al jarenlang een discussie woedt rond het eigenaarschap van de kapel tussen de stad en de dekenij. Volgens de laatste berichtgeving zou de kapel onder de verantwoordelijkheid van de stad vallen. Nu maar hopen dat er snel actie wordt ondernomen.
Dit graf vertelt een minder fraai verhaal uit de geschiedenis van Tienen. Op een dag kwamen leden van de zwarte brigade in Tienen aan om een aantal mensen op te pakken. Dit kwam ter ore van één van de echtgenotes van de beooge mannen. Ze slaagde erin om haar man in veiligheid weg te sturen vooraleer de brigade er aan kwam. Om haar te dwingen te vertellen waar hij was, werd ze zelf op gepakt. Het was niet de bedoeling dat ze zou sterven maar helaas: ze herkende één van haar beulen en liet dit ook blijken. En dit betekende meteen het einde van haar kansen om het er levend vanaf te brengen.
We vervolgen ons enigszins zigzagtraject langsheen de begraafplaatsmuur. Hier liggen de oudste graven. Opvallend op dit oude stuk zijn de talrijke kettingen die nog bewaard zijn rondom de graven.
Op de cippe die bekroond is met een gesluierde vaas en bezet is met platen van wit carraramarmer, is onderaan stuk van een gedicht van Malherbe aangebracht over de roos. Het is een aandenken aan de dochter die op 18-jarige leeftijd stierf.
Het is een vrij eenvoudige maar mooi uitgewerkte stèle die bekroond is met een kruis en waar we de gevleugelde zandloper op aantreffen.
En dan komen we langs de graven van enkele Tiense burgemeesters
Een van de rijkste aan grafsymboliek (en komend van het atelier Salu in Laken) is dat van burgemeester Goosens. Hij was slechts drie jaar burgemeester in Tienen, maar zijn graf is een echt pareltje. Het is een combinatie van allerlei vormen: sarcofaag, hoge cippe bekroond met zuil.
Burgemeester Delporte was dan weer 39 jaar burgemeester (ik dacht te hebben begrepen dat dit nog steeds een record is). Het is dan ook niet verwonderlijk dat we op zijn graf een obilisk aantreffen Zijn graf is een combinatie van een cippe met daarop een obelisk en zijn buste.
We komen dan bij een goed onderhouden neogotische kapel. Deze kapel van de familie Halflamis wordt nog onderhouden door de familie en is de week van Allerheiligen open en toegankelijk.
Nog even opmerken dat we een zeer opmerkzame speurder in ons midden hadden. Het graf van de familie Watremez ontbreekt een medaillon. Blijkbaar is de heer Watremez niet bij zijn vrouw begraven, terwijl dit wel de bedoeling was. Kuifje merkte dat de heer Watremez blijkbaar een beeldhouwer was, cfr de handtekening in het medaillon. Ook merkte ze het graf op van de heer Janssen, een voormalig minister van staat nota bene.
Op het graf van de familie Leon Vaes-Lambeets zien we een kopie van de madonna met kind van Michelangelo. Vaes was graficus, schilder, lesgever. Op het Torekensplein van Tienen staat er een werk van hem.
Verder komen we ook bij het graf van Julia Tulkens, een beroemde dichteres in Tienen. Hoewel ze zeer gevierd was, is het toch maar een zeer sober graf. Blijkbaar was mevr. Tulkens niet zo kerkelijk aangelegd. Ze kwam ook nooit op een kerkhof, het waren haar kinderen die bloemen legden bij het graf van haar overleden echtgenoot toen ze zelf ook nog leefde.
Op het kerkhof treffen we ook verschillende sobere graven van zusters en broeders. Helaas werd mijn hand moe en ik heb niet genoteerd welke verschillende strekkingen hier liggen. Twee ervan heb ik genoteerd: de grauwzusters en de zusters passionisten. De zusters passionisten zijn missiezusters die nog steeds actief zijn en Tienen is een belangrijk oord. Er komen hier nog heel veel buitenlandse missiezusters vooraleer ze op missie vertrekken.
Doordat we geen vast parcours volgen, doorkruisen we de ganse begraafplaats. En zo zien we heel veel bronzen van Norga. Wat ook opvalt bij deze begraafplaats is de sobere indruk door de grijze steentjes. Op een kleine strooiweide voor de kindje na, is er nergens groen. Ook de voortuinjes van de graven zijn allemaal bedekt met grote arduinen blokken.
Om af te sluiten wil ik eindigen met de stèle van Madeleine Lefort. Ik weet niet of het veel voorkomt dat er op een graf aangegeven staat hoe de ziel zich naar de hemel moet begeven. Op deze steen staat in elk geval: “Toujours tout droit”. En dan kom je er.
Wij waren er ondertussen ook. De ruim twee uur durende wandeling op de begraafplaats was op zijn einde. Een bedanking aan de gidse was zeker op zijn plaats.
Bij het verlaten van de begraafplaats zijn we ook toujours tout droit gegaan (toch ongeveer) en vonden we de perfect plek om de dorst te laven en de honger te stillen.
Alweer een geslaagde uitstap!
Tekst en foto's : Barbara Daveloose
(*) Op maandag 22 maart was ik op de begraafplaats van Tienen, samen met Marcel Celis van het Agentschap Ruimte en Erfgoed. Op Vlaams niveau zit de expertise rond het funerair erfgoed bij het Agentschap Ruimte en Erfgoed (dit is de nieuwe naam voor het Agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed) waar Marcel Celis nog tot de tweede helft van 2010 actief is. Na zijn pensioen zal het onderzoek over het funerair erfgoed verder worden gezet binnen het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE). En hier komt ondergetekende op de proppen. Het funerair erfgoed is één van mijn verantwoordelijkheden geworden.
Op maandag 29 maart stelde de regionale erfgoedcel TERF(1) een nieuwe website voor waarin het funeraire erfgoed van zeven West-Vlaamse gemeenten wordt geïnventariseerd en ontsloten.
Vrijwilligers zijn op alle kerkhoven van de zeven steden en gemeentes op zoek gegaan naar 'opmerkelijke' graven. Daarbij is uitgegaan van ofwel de speciale architectuur van het graf, ofwel de belangrijkheid van de persoon die er begraven ligt. Uitgebreide beschrijvingen van al die speciale graven zijn genoteerd op fiches en ingegeven in de computer. Via de site 'Versteende getuigenissen' kan je die informatie raadplegen.
TERF koppelde dit werk aan reeds bestaande initiatieven:
· De gegevens van de verschillende gemeentelijke databanken voor begraafplaatsbeheer waren een goede vertrekbasis voor de ontwikkeling van inventarisatiesoftware
· De bestaande inventarisatiefiches, ontwikkeld door vzw Epitaaf en verspreid door het Forum voor Erfgoedverenigingen, werden gebruikt om erop verder te werken, waarvoor dank.
· De synchronisatie met de gemeentelijke administratie door de gemeentelijke website in te schakelen om als burger de lokalisatie van een graf van je dierbare te lokaliseren.
Ingelmunster en Staden zijn nu reeds online, de andere TERF gemeentes volgen de komende maanden en jaren. Iedereen kan in deze informatie grasduinen via de website http://www.versteendegetuigenissen.erfgoedcelterf.be, die de komende maand alsmaar zal aangroeien met informatie.
[1] TERF is de naam voor het intergemeentelijk samenwerkingsverband rond erfgoed, tussen Hooglede, Ingelmunster,Izegem, Lichtervelde, Moorslede, Roeselare en Staden.
Barbara Daveloose
Nu wat even over de figuur van Burgemeester Moorkens.
Ludovicus Franciscus Moorkens werd geboren op 5/10/1843 te Borgerhout als onwettige zoon van de jonge ongehuwde dochter Maria Catharina Van Aelst, zonder beroep.
In zijn jeugd werkt hij mee in de beenhouwerij.
Op 2/3/1859 huwt zijn moeder met Joannes Baptista Moorkens. Zij blijkt huishoudster te zijn maar het belangrijkste is dat Ludovicus Franciscus wordt gewettigd en erkend door haar echtgenoot.
Niet lang na het overlijden van zijn beide ouders in 1876 geeft hij de zaak door en wordt vetwijder met een grote reputatie en fortuin want hij komt al heel vlug voor op de kiezerslijsten voor de senaat.
Hij huwt met Anne Cornelia Antonissen op 30/8/1877 te Antwerpen. Op 1/1/1879 zetelt hij in de gemeenteraad als lid van de Meetingpartij. Na het overlijden van dd burgemeester Marmillion wordt hij schepen. In 1884 wordt hij zowel provincieraadslid als burgemeester.
We kunnen hem qua bouwwoede de Borgerhoutse Leopold II noemen. Hij laat scholen oprichten, koopt de begraafplaats Silsburg te Deurne en tenslotte het meesterstuk op de taart het huidige districtshuis wordt gebouwd in 1889.
Dit prachtige gebouw in Vlaamse neo-renaissancestijl , door de gebroeders Blomme, was tevens het eerste officieel gebouw in België dat per elektriciteit werd verlicht.
Een spijtig gebeuren in zijn politieke loopbaan is het feit dat bij de staking in 1893 voor het algemeen stemrecht de eerste vijf dodelijke slachtoffers zijn gevallen te Borgerhout.
Hij sterft op 22/9/1904 te Borgerhout in de Huybrechtstraat 76 om 08.00
De monumentale grafzerk is een ontwerp van beeldhouwer Baggen zoals netjes te zien is in de dekplaat.
Geert Janssens en Jacques Buermans
Foto's: Geert Janssens en Jacques Buermans
Zij raakte haar fototoestel kwijt.
We laten haar zelf aan het woord: “Op onze reis is mijn fototoestel gesneuveld : stomweg vergeten op de achterbank van een taxi. Ik beken: ik heb geweend, gevloekt, met de voeten getrappeld en hoofdpijn gekregen. Op dat toestel stonden alle foto's, die ik nodig had. Ik moet nu gaan schooien bij andere reizigers en dat vraagt even tijd. Mijn tekst is klaar, maar foto's illustreren het geheel. Dus liever géén tekst zonder plaatjes. Sorry”.
Tante Kato
Wij duimen voor een volgende “Tante Kato” voor de Nieuwsbrief van juli.
Jacques Buermans
De gidsenvereniging S-wan vzw, waar een aantal van onze leden deel van uitmaken, bestaat drie jaar en kon ondertussen een belangrijke plaats verwerven in het gidsenlandschap van Brugge en omgeving.
Zij stellen zich even voor: S-wan is een vereniging die instaat voor speciale, sensationele, specifieke, super, … wandelingen. De vereniging staat voor hoogstaand kwalitatieve verkenningstochten en cultureel informatieve diensten in Brugge en omgeving, waarbij nieuwe, originele en verrassende rondleidingen worden aangeboden. De nadruk ligt op het verkennen van het nog onbekende, ongebruikelijke verhaal van een stad en omgeving met telkens specifieke invalshoek of thema. Door het enthousiasme van de gidsen en de karakteristieke aanpak krijgt elke rondleiding steeds een extra dimensie. De ploeg telt ondertussen een ploeg geëngageerde en supergemotiveerde gidsen, allen gediplomeerd en erkend door Toerisme Vlaanderen.
Jullie moeten maar eens gaan kijken om www.s-wan.be/ welk gamma van rondleidingen onze vrienden u aanbieden. Omdat we nu eenmaal een funeraire vereniging zijn beperken we ons hier met een summiere kennismaking van het funeraire aanbod:
TUIN VAN HADES
Een funeraire wandeling op de Centrale Begraafplaats van Brugge, één van de oudste begraafplaatsen in Vlaanderen. Tijdens deze rondleiding verneemt men meer over deze Brugse dodentuin die allesbehalve een ‘dode tuin’ is maar terecht een openluchtmuseum mag genoemd worden waar een groot deel van de Brugse geschiedenis bevroren ligt. Funeraire symboliek, natuurelementen, poëzie en kunst worden op een zodanige manier aangeboden dat tijdens een tweede bezoek beslist met andere ogen naar een kerkhof wordt gekeken.
POETISCHE DANSE MACABRE
Als enig levend wezen is de mens zich er af en toe van bewust dat hij sterfelijk is. Dat maakt het raadsel van de dood echter niet minder groot. 'Zoals de golven van de zee zich reppen naar de kust, zo haasten onze minuten zich naar hun einde' zuchtte W. Shakespeare. Een beetje tijd is dus het enige wat we krijgen. De dood maakt geen onderscheid tussen arm of rijk en hanteert bovendien geen almanak. Iedereen oud of jong, arm of rijk, moet gaan wanneer het zijn tijd is. Niemand ontkomt, want 'de bleke dood spaart klein noch groot'.
De sfeer van rust en stilte op de begraafplaats nodigt uit tot bezinning, tot het 'verdichten' van de dood bij het leven. Kom en luister mee naar stukjes poëzie die emoties vertolken van verdriet en van troost, maar ook tekens zijn van aanvaarding, relativering en zelfs van humor.
BRUGES LA MORTE
Op de Brugse Centrale Begraafplaats, het Grand-Père Lachaise van Vlaanderen, ligt de geschiedenis van het 19de eeuwse Brugge als het ware bevroren. In dit openluchtmuseum kun je - beter dan waar elders in de binnenstad - schrijvers, politici, kunstenaars, architecten,... uit onze stad (opnieuw) leren kennen alsook de tijdgeest waarin ze leefden. De 'Engelse kolonie' die toen in Brugge prominent aanwezig was, passeert eveneens de revue. Ongetwijfeld zal deze wandelvoordracht u melancholisch huiswaarts begeleiden. Als stenen konden spreken zouden ze getuigen dat Brugge toen zeker geen 'dode' stad was. Deze begeleide wandeling kan worden afgesloten met een drankje en een hapje in een prachtige en unieke locatie in de nabije omgeving: 't Wit Huys. Indien u het wenst kunt u er zich laten bedienen 'in de stijl van toen' (enkel voor groepen na reservatie). Een terugrit naar de binnenstad 'en grandeur' per koets kan eveneens worden aangeboden.
DE STAD VAN DELACENSERIE
In de rand van de tentoonstelling 'De uitvinding van Brugge. De stad van Delacenserie' biedt S-wan een themawandeling aan op de Centrale Begraafplaats, die in het teken staat van het 19de eeuwse Brugge van stadsarchitect Louis Delacenserie. We besteden aandacht aan zijn tijdgenoten zoals Louis Grossé, Samuel Coucke, Guido Gezelle, Flori Van Acker, Jules Boyaval, ... Een bonte stoet Bruggelingen met naam worden aan u voorgesteld.
MET DE DOOD OP DE HIELEN
Met deze slogan trekken we door de Brugse binnenstad. Op verschillende plaatsen Gaan we de confrontatie aan met macabere gebeurtenissen uit de donkere dagen van de Brugse Geschiedenis. Waar stonden de galgen van Brugge, hoe gebeurden executies, waar woonde de beul, waar brandden de heksen op de brandstapels,… . Allemaal vragen waar we met gepaste luister een antwoord op geven.
NOG MEER BEGRAAFPLAATSEN
Naast de stedelijke begraafplaats van de stad Brugge, biedt S-wan ook geleide bezoeken aan op diverse andere begraafplaatsen. Uiteraard CAMPO SANTO - Gent, SCHOONSELHOF - Antwerpen maar evenzeer de nieuwe begraafplaatsen te KESSEL-LO, KORTRIJK of WERVIK. Dichter bij huis kan een geleid bezoek gebracht worden aan één of meerdere van de volgende begraafplaatsen van de Brugse deelgemeenten: Sint-Andries, Sint-Michiels, Sint-Kruis of Sint-Pieters.
Fietstocht: DE MOORDEN VAN BEERNEM
In het provinciaal domein Bulskampveld verwijst een grafmonumentje naar de eerste moord. De feiten werden geromantiseerd in de TV1-serie ‘De bossen van Vlaanderen’ en spreken tot op vandaag tot de verbeelding. Burgemeester Ridder de Vrière hield wel van een avontuurtje, en op een dag bezweek hij voor de charmes van de echtgenote van Baron d’Udekem d’Acoz (inderdaad, familie van…). Op zich geen groot nieuws, maar in 1915 wordt het lijk van de bedrogen echtgenoot teruggevonden in de omgeving van ’t Aanwijs. Niemand durft de Vrière hardop te beschuldigen, maar tijdens de jaren na die lugubere ontdekking, volgen nog een aantal moorden. Beernem hult zich in bang stilzwijgen en pas wanneer een journalist uit Maldegem op onderzoek trekt, krijgt de rest van België het verhaal te horen.
Met de fiets bezoeken we alle plaatsen “delict” en larderen de tocht met het bizarre verhaal.
S-wan vzw: www.s-wan.be/
Tekst en foto's : Jacques Buermans
Een meer dan geslaagde reis dankzij Jeannette en Rindert zeker omdat er ruim de tijd was om niet-funeraire dingen te ontdekken.
Tekst en foto's : Jacques Buermans
Vorige jaar op het eind van de zomervakantie werd de figuur die de faam voorstelt op de laatste rustplaats van burgemeester Leopold De Wael van haar meest belangrijke attribuut, haar trompet waarmee ze de lof over deze burgemeester blies, ontdaan. Volgens mij duurde de vakantie net iets te lang voor een zootje ongeregeld.
Toen ik half mei een rondleiding gaf ontdekte ik dat mevrouw aan de drank was geraakt. Ge zoudt natuurlijk voor minder alkolieker worden. Niet minder dan twee flessen van 75 centiliter had “madame” achterovergedrukt. Zoals steeds was er geen politie te bespeuren maar zelfs dan had dit misschien weer de verkeerde gevolgen gehad: ze zouden “de faam” in het zakje hebben laten blazen en de schuldigen laten lopen hebben.