Nieuwsbrief Nr. 6 - juli 2002

Theodoor Verstraete


Op vrijdag 28 juni waren er een zestal Grafzerkjes aanwezig bij de “herinhuldiging” van het monument van Theodoor Vertraete op de begraafplaats Schoonselhof.
Dit was prachtig daar enkel de Grafzerkjes met internetaansluiting, de Praalgrafzerkjes dus, verwittigd waren. Een aantal getroostte zich zelfs nog de moeite om te melden dat het hen speet dat ze niet aanwezig konden zijn wegens de noeste arbeid die zij tijdens een werkdag moeten doen, dit moeten we dan misschien de Grafdelvertjes noemen. In totaal waren er een 25-tal personen aanwezig. De Antwerpse schepen voor begraafplaatsen en zijn kabinetschef vonden het niet interessant genoeg om de plechtigheid met hun aanwezigheid op te fleuren. Zoals de kabinetschef mij mailde “de schepen nog ikzelf kunnen aanwezig zijn”, let op het taalgebruik: “nog”. Hierna de toespraak die ik aan het graf hield en waarin toch de essentie van het hele gebeuren naar voren komt.

“60 jaar na zijn overbrenging van de Kielbegraafplaats naar de begraafplaats Schoonselhof krijgt kunstschilder Theodoor Verstraete waar hij recht op heeft: een waardige laatste rustplaats.
Dit kon door een prachtig voorbeeld van samenwerking tussen de stad Antwerpen en de mensen van de begraafplaats Schoonselhof enerzijds en de hulp van het bedrijfsleven en van privé-initiatief anderzijds.

Vooraleer even dieper in te gaan op hoe dit alles tot stand kwam, is het misschien interessant even de geschiedenis van het monument te overlopen. Bij het overlijden van een belangrijk persoon kwam een stadsbouwmeester, in opdracht van het stadsbestuur, kijken waar de overledene zijn laatste rustplaats zou krijgen. Na het overlijden van Theodoor Verstraete was dit niet anders. Het college van burgemeester en schepenen wees een plekje aan, in de onmiddellijke omgeving van het grafmonument van Hendrik Conscience.
Normaal wordt er dan een wedstrijd uitgeschreven waarbij enkele beeldhouwers de kans krijgen om een ontwerp voor een grafmonument te maken. De Brusselse beeldhouwer, en vriend van Verstraete, Guillaume Charlier had reeds een levensgroot beeld van Verstraete gemaakt en verklaart aan de stad Antwerpen dat hij het standbeeld wil schenken om het als grafmonument te bezigen. Dit voorstel wordt door de gemeenteraad aangenomen. Na rijp overleg beslist de stad Antwerpen echter om het monument in het stadspark op te stellen.
Men komt tot die bevinding omdat het monument van Charlier gedeeltelijk het monument van Hendrik Conscience zou verbergen op de Kielbegraafplaats. Het uiteindelijke grafmonument voor Theodoor Verstraete wordt niet afgedekt met een deksteen, zoals eerder voorzien, maar met een plantenbak, aangeplant met groenblijvende planten. Deze symboliek is onder meer van toepassing om de overledene blijvend te gedenken. De ontgraving en de overbrenging van de stoffelijke resten naar de begraafplaats Schoonselhof vinden plaats op 15 april 1942. De planten werden nooit terug aangebracht. De originele goudkleur van het opschrift op de arduinen sokkel was vervaagd tot een vaal grijze ondergrond. Ook de naam werd foutief aangebracht, er stond Verstraeten in plaats van Verstraete.

Tijdens een van zijn rondleidingen op de begraafplaats Schoonselhof kwam Jacques Buermans in contact met de heer Willy Cornelissens, stuwende kracht achter de VZW Jan Frans Simons.
Deze VZW behartigt de belangen van schilders die ooit actief waren in Brasschaat en omgeving. Een van hen was Verstraete. De heer Cornelissens werd getroffen door de toestand waarin het grafmonument voor Theodoor Verstraete zich bevond en hij vroeg zich af of het niet mogelijk was het monument in zijn originele toestand te herstellen en te onderhouden.

Eerst diende de plantenbak gevuld te worden. De heer Willy Van Bergen, verantwoordelijk voor de technische kant op de begraafplaats Schoonselhof, stelde dat het vullen met grond niet zinvol was wegens de ondoorgrondelijkheid van de plantenbak. Bij hevige regenval zou dit een probleem scheppen. Eén door hem voorgestelde oplossing, het boren van gaten aan de onderzijde van het monument om water door te laten, werd afgewimpeld omdat dit primo, enkel mits toestemming van de nabestaanden kan gebeuren en secundi werd geopteerd om niets te wijzigen aan de oorspronkelijke staat van het monument. Onder de nabestaanden zijn er onder meer enkele die in de Verenigde Staten verblijven. De heer Cornelissens stelde dan voor om het monument gedeeltelijk met Argex op te vullen. De privé-sector droeg letterlijk zijn steentje bij. De opvulling werd mogelijk gemaakt dankzij de firma Argex te Zwijndrecht (Burcht) die het nodige opvulmateriaal aan zeer gunstige voorwaarden leverde. Voor het vervoer van de Argex konden we een beroep doen op de heer François Walschots. De mensen van de administratie van de begraafplaats Schoonselhof stonden de heer Cornelissens met raad en daad bij en de technische mensen van de heer Willy Van Bergen vulden, na de Argexlaag, het monument op met de nodige grond. De heer Willy Cornelissens plantte nadien, zoals de geschiedschrijving over het monument ons leert, groenblijvende struiken en planten aan. De planten werden door zijn ouders ter beschikking gesteld. De naam Theodoor Verstraete en de intussen verdwenen jaartallen van geboorte en overlijden werden terug in de originele goudkleur aangebracht.”

Een kleine, maar fel gesmaakte, receptie vervolledigde het geheel.
 Onze vriend Verstraete zal tevreden zijn geweest. De aanwezigen ook in zoverre dat zelfs werd geopperd om dit op maandelijkse basis te doen onder het moto “Roddelen bij het graf van…”.

Tekst : Jacques Buermans
Foto's : Jacques Buermans en Willy Cornelissen