Nieuwsbrief Nr. 5 - mei 2002

Hamme


De opkomst viel beter mee dan voorzien. Er waren 12 mensen ingeschreven. Aan de ingang mochten we nog 5 mensen verwelkomen die ofwel niet ingeschreven waren ofwel uit de omgeving kwamen.
 
Zoals onze gids, Grafzerkje Erik De Rijcke, vertelde aan de aandachtige toehoorders was het eigenlijk de eerste maal dat de Grafzerkjes een gewone “gemeentelijk begraafplaats” bezochten.
Alhoewel hier uiteraard minder te beleven valt dan op een grote dodenakker kon Erik de aanwezigen toch boeien doordat hij niet alleen op de hoogte was van funeraire symbolen maar ook, door zijn werk bij een begrafenisondernemer, de andere niet zo bekende kantjes van begraven kon toelichten. De grafzerkjes zelf lieten zich eveneens niet onbetuigd en ontdekten zelfs nieuwe funeraire symbolen. Was het nu een ananas of de onderkant van een vis? Het zal steeds een raadsel blijven.

Nadien vergaste Erik De Rijcke de Grafzerkjes nog met een bezoek aan twee lijkkoetsen. Prachtige dingen die, na restauratie, nog enorme diensten zouden kunnen bieden op begrafenissen. De gemeente Hamme lijkt niet de minste interesse te betonen voor al dit moois en lokale begrafenisondernemers hebben blijkbaar dit “gat in de markt” nog niet ontdekt. Kom dus niet klagen Hammenaars dat binnen enkele jaren de koetsen niet meer te restaureren zijn of dat “buitenstaanders” enorme geldsommen neertellen om deze lijkkoetsen elders te gebruiken.

Tekst en foto's : Jacques Buermans

Londen Grafzerkjes in Londen


Ik mag wel zeggen dat de Londenreis in de smaak is gevallen. Hier ziet u een foto van de Grafzerkjes bij het bezoek aan Bunhill Fields, de eerste begraafplaats op het programma vandaar de nog lachende gezichten.
 
Marie Claire & Edgard maakten hiernavolgend verslag.

Grafzerkjes in Londen
Een groep van Grafzerkjes een viertal dagen in Londen loslaten, staat natuurlijk gelijk met een aantal intensieve bezoeken aan prachtige begraafplaatsen. Vriend Jacques was zo vriendelijk om dat in goede banen te leiden door op voorhand de pareltjes te selecteren, de organisatie voor zijn rekening te nemen en ook nog even een wegwijs boek te schrijven en aan elkeen op voorhand beschikbaar te stellen. Bovendien slaagde hij erin om elke dag opnieuw prachtig lenteweer te serveren.
Variatie op thema was het motto. En variatie op thema hebben we gekregen!
Wij zullen altijd met weemoed denken aan het zeer charmante “Bunhill Fields”. Nu een schitterend rustpunt als een soort van publiek wandel-doorsteekpark in de drukke Londense binnenstad. Maar enkele honderden jaren geleden, in volle pestperiode, noodgedwongen geopend om duizenden lijken per week te bergen. Een begraafplaats waar kleppers als Daniel Defoe en John Bunyan hun laatste rustplaats vonden.
Als België geen wereldkampioen voetbal wordt mag voor ons part Ierland met het voetbalgoud gaan lopen. De Ierse onderhoudsman deed namelijk alle moeite van de wereld om het ons naar onze zin te maken. Hij opende voor ons afgesloten perk na afgesloten perk en was niet te beroerd om met de plannen in de hand te zoeken naar de voor ons meest interessante graven.
Na Bunhill Fields brachten we een bezoek aan de imposante “Westminster Abbey” met de prachtige gotische torens van Hawksmoor. Uiteraard een heel andere benadering dan het rustige “Bunhill Fields”. In deze kerk van machtige koningen en krachtige staatslieden verdringen immers verbluffende meesterwerken van marmer, steen, metaal en diverse andere materialen elkaar. Noem het maar een ware concurrentie van pracht en praal waar de herinneringsmonumenten voor de belangrijkste overleden Britten strijden voor de hoogste waardering.
Eerlijk gezegd leek het crematorium van “Golders Green” ons bij het doorlezen van Jacques zijn voorbereiding het minst interessant. Wij hebben ons schromelijk vergist. Golders Green is niet alleen een crematorium maar ook een schitterend “memorial park” in landschapsvorm!
Elke boom, elke struik, elke bank, … staat helemaal in het teken van een persoonlijke herdenking van een dierbare overledene. De samenstelling van de tuinen in dit park is bovendien zo opgevat dat er in elk seizoen mooie kleurschakeringen waar te nemen zijn. Golders Green heeft ons aangenaam verrast (gelukkig niet verast!). Hier willen we zeker nog een keer terug op bezoek komen.
Wij wilden inderdaad nog veel langer blijven genieten in Golders Green maar het overbekende “Highgate” wachtte op ons.
 En onze plaatselijke gids, tevens voorzitster, mrs Pateman wacht nu eenmaal niet graag. Jacques was er namelijk in geslaagd om voor onze groep een aparte rondleiding te realiseren. Dat is niet voor velen weggelegd maar Jacques heeft nu éénmaal een speciale band met mrs Pateman. Highgate behoeft uiteraard geen krans. Het vormt een prachtige combinatie van natuur en graven met het Egyptische deel als hoogtepunt.
“Norwood” en “Hampstead” stonden ook op het programma. Wij moesten evenwel nog verder naar vrienden in Wales en kozen bovendien, als echte antiekliefhebbers, ook nog voor een voormiddagbezoekje aan Portobello Road in Notting Hill. Jacques en Rudy gingen wel voor het volledige funeraire programma en kunnen u, indien gewenst, ter zake verder informeren.
“Kensal Green” heeft ons dingen getoond die we nog nooit eerder gezien hebben.
De kennismaking met hun catacomben was werkelijk uniek. Het ondergronds zichtbaar opslaan van de kisten, het geleidelijk wegrotten van het hout van de begraafkisten, de toestand van het onderliggende lood, de gevolgen van het werkelijk ontploffen van sommige kisten, de mislukte poging tot diefstal van een doodshoofd, het echt vergaan van de mens tot een soort bruinachtige chocola op muren en kisten. Je kan het daar allemaal bekijken.
En geloof ons wanneer we zeggen dat de “Friends van Kensal Green” geen enkele inspanning schuwden om ons, zowel onder als boven de grond, ten dienste te staan met uitleg en informatie. Na de rondleiding, die uiteindelijk veel langer duurde dan voorzien, werd er trouwens nog een tijdje nagepraat bij een tas koffie.
Als je dan toch in Londen bent pik je uiteraard ook nog even een musical mee. Om in de sfeer te blijven kozen wij voor het spook oftewel ‘The Phantom of the Opera’ in Her Majesty’s Theatre op Haymarket. Een schitterende uitvoering.
Als je dan ook nog een paar keer goed kan gaan eten en mag genieten van de bieren in lokale pubs blik je uiteraard terug op een schitterende vierdaagse Londen-reis. Onvermijdelijk dat je dan plannen begint te maken voor een volgende trip met de Grafzerkjes.
Wat dachten jullie van een bezoekje aan Wenen in het najaar van 2003?
Wedden dat Jacques al met de voorbereiding gestart is!

Tekst : Marie Claire Vandersmissen en Edgard Nelissen
Foto's ; Jacque Buermans en foto van een bereidwillige ziel

Rudy vervolledigde het Londense verhaal:

Aanvulling op het verslag van Edgard


Als enige van onze groep had ik het voorrecht om het volledige programma met Jacques te mogen doorploegen.
 
“Hampstead”  is een uitgelezen begraafplaats om er een zondagvoormiddag rond te kuieren. Er is een opvallende bedrijvigheid van bezoekers die verse bloemen brengen of het graf een poetsbeurt geven. Helaas is dit ook de begraafplaats waar er doorlopend prachtige beelden verdwijnen.
 
“Norwood Cemetery” is een natuurrijke begraafplaats op een heuvel waar op bepaalde gedeeltes de natuur vrij spel krijgt, maar toch getuigt het geheel van door mensenhand te worden gedirigeerd. Vooral het Griekse gedeelte is subliem.
Beeld je in dat je in de schaduw van een Griekse tempel omringd bent door allerlei engelen en halfgoden die spelen in het prille lentelicht. Voor je het beseft, denk je dat je naast een Griekse halfgod wandelt. Aan de bushalte echter merk je dat je deze halfgod mogelijks verward hebt met Jacques die naast je loopt, heel zeker zal je het echter nooit weten …

Wie tuk is op halfgoden mag zeker “Brompton” niet overslaan.
Je vindt er een unieke zuilengalerij, waar je evenwel niet teveel aandacht mag besteden aan de lonkende blikken van allerlei mannelijke Lorelei. Brompton is immers het uitverkoren liefdesnestje voor heel wat mannelijke paren. Het is echter ook de begraafplaats waar honden een vast parcours krijgen en waar eekhoorntjes dartel om je voeten springen met een aandringend verzoek naar hapjes. Heel wat mooie beelden getuigen van de grandeur van weleer.

Als afsluiter wandelde ik nog een laatste maal langs de oevers van de Thames en kon het niet laten de Millenniumbrug over te steken. Londen lag er verzorgd en rustig bij. Na een laatste groet aan de Tower Bridge en beseffend dat de Tower of Londen voor altijd een stukje van ons funerair hart bewaakt, vaarden wij opnieuw onderzees af, richting Rijsel. See you later, Jacques - alligator, Mrs Pateman …

Tekt : Rudy D'Hooge
Foto's : Jacques Buermans

Zeven dagen funerair Noord-Frankrijk met Rindert & Jeanette Warm aan te bevelen! Wordt herhaald van 26 april tot 2 mei 2003


Menig Grafzerkje heeft zeker al gehoord over de Nederlandse vereniging De Terebinth, een “vereniging tot herstel van zorg rond dood en rustplaats”, zoals ze het zelf verwoordt.
 
Jacques had het genoegen om twee jaar geleden deel uit te maken van hun reisgroep die toen onder meer de Praagse begraafplaatsen bezocht. Ikzelf had dit jaar het voorrecht om samen met 40 Nederlandse funeraire zielsverwanten een week Noord-Frankrijk te verkennen.
 
Zowel Jacques als ikzelf komen tot dezelfde bevindingen: het is de kers op de funeraire taart!
 
Wanneer we spreken over de kers, dan proef ik nu nog het professionalisme waarmee de organisatoren dit hebben voorbereid en de vriendschappelijke opvang van de medereizigers, stuk voor stuk doorwinterde begraafplaatstrotters.
 
Rindert is theoloog, docent, schrijver en een boeiend verteller. Jeannette, zijn wederhelft, is beroepshalve maatschappelijk assistente en ontpopt zich tijdens dergelijke reizen tot een heel geduldige en altijd lachende “bezemwagen” die bezorgd een oogje in het zeil houdt opdat iedereen zou kunnen volgen tijdens de rondleidingen. Zij kan boeiend anekdotes verhalen en is bovendien een uitstekende begraafplaatsfotografe.
 
Voor de geïnteresseerden kan ik dan ook hun boek “Ook u wacht ik - Begraafplaatsen in Europa en hun geschiedenis” ten stelligste aanbevelen. (Uitgeverij Elmar, Rijswijk, mei 2000 - ISBN 90 389 0981 0) Het biedt u een mooi stukje funeraire geschiedenis met een korte, maar duidelijke bloemlezing van de voornaamste begraafplaatsen in Parijs, Londen, Wenen en Praag. Het leest vlot en de vele foto’s van Jeannette met telkenmale een passend citaat eronder maken het volledig.
 
Maar terug naar onze reis. Deze Noord-Franse proeverij bevat een twintigtal begraafplaatsen en is volledig. Van begraafplaats voor troeteldieren, Asnières-sur-Seine, tot begraafplaats voor koningen, de indrukwekkende basiliek Saint-Denis.
 
De eerste dag bezoeken we de loopgraven en het Canadese gedenkteken in Vimy. Indrukwekkende beelden die ook mooi bezongen worden in liederen van Willem Vermandere of in een aan te bevelen jeugdboek zoals “Zomer in Passendale” van Geert Spillebeen. Voor ons, Vlamingen, een stukje vertrouwde geschiedenis.
 
Voor we ons Ibis-hotel opzoeken in Arras, stoppen we ook daar nog eens op de gemeentelijke begraafplaats. Je merkt hier al de verregaande verwaarlozing die schril afsteekt met de grandeur van de Parijse dodensteden.
 
Na een heel verzorgd ontbijt, verkennen we “la Madeleine” in Amiens. Een romantisch aangelegde begraafplaats waar vooral het graf van Jules Verne mij is bijgebleven. De jonge torso met het oude hoofd dat vanuit de grafzerk naar de onsterfelijkheid reikt. De kathedraal Notre-Dame met het laatste oordeel verdient zeker een inlassing in onze lunchpauze.
 
‘s Namiddags vertoeven we aan de oevers van de Seine op de dierenbegraafplaats Asnières. Hier rust menig geliefde hond, kat, paard, aap, tot zelfs een kip. Blikvanger is hier Rin tin tin, de filmhond
 
De dag daarop mogen we in audiëntie bij koningen en koninginnen in de basiliek Saint-Denis. Werkelijk overweldigend en toch ingetogen.

Vanuit ons hotel Mercure hebben we natuurlijk al stiekem een blik geworpen op de begraafplaats Montmartre en na de indrukwekkende praalgraven van koningen zijn we blij weer tussen de graven te lopen van de iets mindere goden. Hier rust onder meer Emil Zola, Dalida maar ook onze vriend Sax, die zo lang op onze briefjes van 200 BEF mocht prijken.

Rindert en Jeannette geven ons als afsluiter nog een rondje op de eigenlijke begraafplaats van Montmartre, Saint-Vincent, die dit voorjaar prachtig glinstert onder de 114 bloeiende gouden regens en na het avondmaal krijgen we nog een busrit door Paris by night.

De vierde dag dwalen we rond in het Pantheon, de eretempel voor belangrijke Fransen, zoals Voltaire of Jean-Jacques Rousseau en hierbij aansluitend bewonderen we de koepel van de Dôme des Invalides waar vooral het graf van Napoleon opvalt.

Als verheldering mogen we ‘s namiddags een blik werpen op de naakte waarheid achter deze vaak kolossale marmeren graven en stappen we vlijtig door ondergronds Parijs waar de beenderen en schedels van 6 miljoen Parijzenaars rusten in de knekelstad “les Catacombes”. Let wel: enkel je eigen schedel mag je hier naar buiten meenemen. We happen naar frisse lucht op de begraafplaats Montparnasse waar je ook weer ogen tekort komt voor al dat kunstzinnig steenhouwerswerk.Laatste rustplaatrs voor Serge Gainsbourg.

De volgende ochtend ontdekken we de begraafplaats Passy waar onder meer Fernandel en Manet rusten net buiten de schaduw van de Eiffeltoren.

De begraafplaats Picpus dwingt een stil moment af.
Hier werden de twee massagraven ontdekt waarin 1306 onthoofde slachtoffers rusten uit de terreurperiode van citoyen Robespierre (1794). Op een piekmoment onthoofdde beul Sanson maar liefst 54 mensen in 24 minuten tijd, een heel luguber record. In de kapel ernaast wordt tot op heden nog dag en nacht gebeden voor de slachtoffers en daders van misdaden tegen de menselijkheid. Verder rust hier ook La Fayette en familie van de slachtoffers van het terreurbewind onder Robespierre.

Père Lachaise is werkelijk adembenemend. In deze sublieme dodenstad van 44 ha lonkt er zoveel moois naar je lens dat er soms wel eens enkele verduidelijkende woorden van Rindert je ontsnappen. Topper is het graf voor Frederik Chopin.
De voorlaatste dag vertrekken we naar de begraafplaats Reims waar we opnieuw de schrijnende verwaarlozing vaststellen, een pijnlijk contrast met het verzorgde Parijs.

In Verdun staan we stil voor een indrukwekkend gedenkteken waarin de beenderen rusten van 130.000 gesneuvelde soldaten, “altijd iemands vader, altijd iemands kind”. In de omgeving pogen we de toenmalige sfeer op te snuiven in het fort Douaumont. Geen redelijk mens die het waarom kan snappen van al dat leed.

Onze laatste avond wacht ons een verzorgd afscheidsdiner met een glaasje Franse wijn en de zeer
verdiende dankwoorden voor onze begeleiders.


Op de terugreis stoppen we aan de militaire en burgerlijke begraafplaats van Verdun en als toetje krijgen we in Marville in een magisch-realistische omgeving een allerzoetst, idyllisch middeleeuws kerkhofje te zien op de top van een heuvel, omgeven door gele koolbloemvelden en kwetterend vogelgezang. Vanuit het plaatselijk knekelhuis kijken twee holle oogkassen uit 1768 ons aan en fluisteren “Ook u wacht ik …”

Tekt : Rudy D'Hooge
Foto's : Jacques Buermans

Voor alle informatie slechts één adres


Jacques Buermans
Frieslandstraat 4 bus 6
2660 HOBOKEN
 
tf + antwoordapp. + Fax: 03/829 16 03
E-mail : jacques.buermans@planetinternet.