Anneke Haasnoot“Gebed van een knotwilg”, nieuw gedicht
GEBED VAN EEN KNOTWILG
Ach, Grote Snoeischaar, ga aan mij voorbij
Laat mij wat langer met mijn haardos pronken
De handen van de wind maken me dronken
Van laat geluk, haal mij niet uit de rij
Ach, Grote Snoeischaar, mij alleen tenzij
U Die mij toch het leven heeft geschonken
Vindt dat ik onvoldoende ben geslonken
Mijn bede ziet als milde muiterij
De amputatie, kort onder de schouder
Die is nog niet bedekt met ritselkrullen
Het duurde lang voordat mijn kapsel groeide
Sla mij nu over, want ik word al ouder
Wil toch mijn allergrootste wens vervullen
Want terugkijken wil ik op wat mij boeide
Maak mij daarna maar met de grond gelijk
En zet mij zacht uit in het hemelrijk
Anneke Haasnoot