Nieuwsbrief Nr. 31 - september 2006

Tante Kato ging op reis en ze zag het graf van Philippos van Macedonië.


Koning Philippos II * regeerde 359-336 BC * Vergina, Griekenland

De laatste jaren zijn we Alexander de Grote (1) nogal vaak op onze reizen tegenkomen: Alexandrië en Siwa in Egypte, Babylon in Irak, Persepolis en Hamadan in Iran.  Hoog tijd dus om Alexanders geboortestreek in Noord-Griekenland te bezoeken, vooral Vergina (het oude Aigai) waar zijn vader Philippos II vermoord werd, waar Alexander zich tot koning uitriep en waar in 1977 Philippos’ graf met goudschat blootgelegd werd. Zo gezegd, zo gedaan: een vlucht naar Thessaloniki en een huurautootje bestemming Vergina.

Stel je voor: een heuveltje 13 m hoog en ca. 100 m diameter, netjes begroeid met gras en daarin een ingang en een uitgang, vergelijkbaar met de toegang tot een doordeweekse ondergrondse parkeergarage. Meer is er op het eerste gezicht niet te zien. Onder die molshoop, die ik vanaf nu eerbiedig bij zijn juiste naam tumulus zal noemen, bevinden zich 3 graven waaronder dat van Philippos, een tempeltje én een museum.
 
Terwijl je in die koninklijke tumulus van het ene graf naar het andere loopt, wandel je tussen hypermoderne toonkasten met daarin bijna 2.350 jaar oude gouden, zilveren, bronzen en ivoren grafgiften. Je mond valt open van verbazing: zoveel antieke schoonheid, verfijnd vakmanschap, moderne architectuur, discrete elegantie, technische hoogstandjes en zoveel goede smaak. Dit is een perfect huwelijk van oudheid en moderniteit. ‘t Is even in de armen knijpen om zeker te zijn dat dit alles echt is.

Alles begon toen de archeoloog Manolis Andronikos (1919-1993) in 1977 het graf van Philippos II in diezelfde tumulus -maar dan de echte oude- ontdekte. 23 eeuwen was het graf ongerept gebleven en toen sloeg de verandering toe: de schat werd veilig overgebracht naar het museum van Thessaloniki waar die voorlopig tentoongesteld werd: gouden dozen,
pijlkoker, kronen en diademen; zilveren urnen, drinkschaaltjes en karaffen; bronzen servies en lantaarns; ivoren figuurtjes; een ijzeren met goud versierd kuras en geborduurde doeken. Plans werden ontworpen om de tumulus zijn oorspronkelijk uiterlijk terug te geven mét echter
een supplementaire doelstelling: de metershoge gedecoreerde façades van de graven moesten zichtbaar blijven voor het publiek en de grafgiften moesten in situ bewonderd kunnen worden. Dit wonder van techniek werd in 1997 geopend. Opzet geslaagd zou ik zo zeggen. Dàt zijn nog eens wandelgangen!
Maar er blijft een groot en onoplosbaar geheim rond deze Macedonische familie. Te mooi om niet te vertellen! Het lichaam van Philippos werd gecremeerd en zijn resterende botjes werden naar goede Macedonische gewoonte in een gouden kistje in zijn graf bewaard. Een dna-onderzoek is dus perfect mogelijk en kan helpen in de zoektocht naar het graf van zoon Alexander en de daaruit voortvloeiende identificatie. Volgens de Britse historicus Andrew Chugg is het mogelijk dat de Venetianen in 828 niet het lichaam van evangelist Marcus in Alexandrië geroofd en naar hun stad overgebracht hebben. De Egyptenaren zouden Alexanders graf sinds de vierde eeuw geheim gehouden hebben en sterker : het voor alle veiligheid hebben laten doorgaan voor dat van Marcus. ‘t Is een theorie. Voor sommigen prettig gestoord, voor anderen niet onmogelijk. Alleen kan die stelling nooit gestaafd worden.
Welke kerk, welke paus zou ooit de toestemming geven voor dna-tests op de resten van de evangelist Marcus? Stel dat men tot de ontdekking komt dat ... Mijn fantasie slaat op hol. Zou ik dit cursiefje niet kunnen uitwerken tot een “Makedonia Code” en hopelijk steenrijk worden? Tot uw dienst.

Getekend Kato Brown !


Grafzerkje Rudy Witse vertaalde een gedicht van Addeos van Macedonië, die in de tweede eeuw voor onze tijdrekening leefde. Hij baseerde zich daarvoor op de Franse vertaling van Marguerite Yourcenar. Hou bij het lezen wel in het achterhoofd dat Philippos de glorieuze carrière van zijn zoon niet gekend heeft !

Ik, Philippos, maakte Macedonië groot en hardde zijn soldaten.
Voorbijganger, hier rust mijn as.
Eén enkel koning deed nog beter, een enkele gaarde groter glorie.
Verbaast het U dat ‘t Alexander was?

(1) regeerde 336-323 BC; volgens sommigen de grootse krijgsheer van de wereldgeschiedenis.


Tekst : tante Kato en Willem Houbrechts
Foto's : tante Kato