Nieuwsbrief Nr. 114 - november 2019

Sterrenkindjes en Wereldlichtjesdag


In de uitvaartsector en de media zien we dat er vandaag steeds meer aandacht besteedt wordt aan het overlijden van kinderen. Op zondag 8 december is het opnieuw Wereldlichtjesdag, een initiatief dat in België al enkele jaren georganiseerd wordt, maar wereldwijd al veel langer bestaat (sinds 1997).
Ouders en iedereen die ooit te maken kreeg met een te vroeg overlijden van een kind of sympathisant is van een dergelijk mooi initiatief, kan deelnemen aan deze bijzondere herdenkingsavond. Heel wat begraafplaatsen in ons eigen landje staan op die avond stil bij dit moment, en we zien dat de laatste jaren er ook heel wat initiatieven zijn die meer aandacht willen besteden aan kinderperken en kindvriendelijke begraafplaatsen. Met ons allen hebben we dus meer aandacht voor de sereniteit die nodig is om afscheid te kunnen nemen. Dit heeft ook een impact op de inrichting van onze begraafplaatsen – en op lange termijn dus ook impact op ons funerair erfgoed. Bijgevolg staan we in dit novembernummer stil bij Wereldlichtjesdag en tal van andere initiatieven waarbij ouders en kinderen kunnen rouwen en herdenken. Het is een thema dat ons allen raakt, dat een plaats verdient in onze aandacht voor funeraire cultuur en dat vandaag volop in de actualiteit aanwezig is. Met dank aan onze redactrice Lin Verbeemen, die zich de voorbije maanden grondig heeft verdiept in dit toch wel heel sterke thema.  

Tamara Ingels


De begraafplaatsbeheerder Van fantasieloze akker tot koesterplek


Werken op de begraafplaatsen van Leuven…,  al zes jaar ondertussen. Met mijn bureau op de Stadsbegraafplaats, de grootste van de negen te beheren begraafplaatsen. Ook bij Joke, onze in 2000 doodgeboren dochter.

Tekst: Roel Van Roosbroeck
Verantwoordelijke begraafplaatsen
Stad Leuven
Foto’s: Lin verbeemen 

Met haar overlijden toen, heeft de passage op die Stadsbegraafplaats geen grote indruk nagelaten. Een open akker zonder fantasie waar we het lichaampje van Joke achterlieten. Er was veel volk bij, familie, vrienden en kennissen. Gelukkig was er Fie die voor foto’s zorgde zodat we het moment toch nog kunnen herbeleven.
 
Begraafplaatsen vallen in Leuven onder groenbeheer. Het verhaal van Joke was me voorgegaan en zo werd al snel een andere invulling aan die open vlakte gegeven. Omdat er al enkele honderden jaren wordt begraven, is de grond op deze begraafplaats niet echt super. Een deel werd afgegraven en vervangen door teelaarde waarin enkele boompjes en struiken kwamen. Het oogt mooier maar de planten zijn niet happy. Nu, enkele jaren later, staat het er nog steeds wat troosteloos bij.

Koesterplek

Het deerde mij of mijn gezin weinig. We hebben namelijk thuis een notelaar op onze binnenkoer. Bij het planten legden we o.a. haartjes van Joke onder de nog jonge boom. Nu, 19 jaar later, zet ze ons heerlijk in de schaduw met warme zomerdagen. Dit is ónze koesterplek maar we beseffen ook dat het geen koesterplek is voor anderen. Mensen die misschien nood hadden of hebben om toch nog even in verbinding te komen met haar, maar de drempel  om aan te bellen te hoog vonden of vinden. Daarom is haar plekje op de begraafplaats belangrijk. Gedeeld rouwen mogelijk maken, op een openbare plek.
 
Er is ook de vaststelling dat meer en meer mensen na crematie kiezen voor een thuisbewaring. Niet om de urne op de schouw te plaatsen maar om de overleden dierbare op een of andere favoriete plek uit te strooien. Het mag wettelijk niet maar...: “Het is niet omdat het niet mag, dat het niet kan.” is in deze een veel gebruikte Vlaamse oplossing.

Verjaardag vieren

Als begraafplaatsbeheerder moet ik dan vaststellen dat de Leuvense begraafplaatsen niet aantrekkelijk genoeg zijn. Erg jammer voor deze dikwijls centraal gelegen plekken van ‘bijzonder’ groen. 
Akkoord, de ‘leesbaarheid’ is wat zoek geraakt doorheen de jaren. Er is op de Stadsbegraafplaats bijvoorbeeld een prachtige Sterretjestuin (de eerste van Europa trouwens), schitterend natuurlijk. 

Maar met de  eerdere vaststellingen dringt een volgende stap zich op:
Laat ons elke begraafplaats in z’n geheel bekijken. Een helikopterbeeld nemen en de situering in de omgeving erkennen. Laat ons deze plekken ontsluiten en omvormen tot ware koesterplekken. Plekken waar je tot verbinding kan komen. Ook na vele jaren is het fijn om bijvoorbeeld je overleden kind te herdenken. Waarom niet haar of zijn verjaardag vieren op de begraafplaats zelf? Laten we  de vrijgekomen ruimte zo inrichten dat het uitnodigt om zo’n herdenkingsmoment te organiseren. 
 
Of het afscheid zelf, zo’n intens moment, dat moet ook op de begraafplaats mogelijk zijn, toch? Gekoesterd en niet op een open vlakte.

Veel werk aan de winkel. We zijn eraan bezig! Het is alvast gestart met begraafplaatsen niet langer onder ‘openbaar domein’ te plaatsen maar onder ‘sociale zaken’.
 
Een landschapsarchitect krijgt de kans om voltijds deze bijzondere plekken in te richten, aan te vullen of zelfs te hertekenen waar nodig. En niet alleen, maar samen met betrokkenen. Samen stad maken, begraafplaatsen lenen zich daar uitstekend voor.


En dat groen, laat het gaan, er komt wat er graag aardt. Kijk naar Roeselare, Wim heeft er prachtig resultaat  gehaald. De begraafplaats van Rumbeke onderging een metamorfose met weinig kosten. 
Een waar voorbeeld!

Wereldlichtjesdag


Zondag 8 december - 19u-20u

Dit jaar verzorgen de studenten van LUCA School of Arts, onder leiding van Martin Valcke, de muzikale omkadering. Voor het eerst in samenwerking met Luc Rombouts (beiaardier van Abdij van Park.
Iedereen is welkom, inschrijven is niet nodig.

Een ‘dood-normaal’ stadspark


Lin Verbeemen

Toen ik enkele weken terug, de Stedelijke begraafplaats van Leuven bezocht, scheen er niet alleen een aangenaam herfstzonnetje maar kon ik ook nog genieten van een groep studenten die hun toneelstuk instudeerden. Er werd behoorlijk geschreeuwd en over- en weer gelopen, zonder dat er ook maar iemand aanstoot aan nam. Ook gebruikten ouders met bakfietsen, de begraafplaats als doorstroom van school naar huis. Zelfs al wat oudere dames met hun hondje, én poepzakje in de hand, genoten zichtbaar van hun namiddag. Heerlijk, zo’n park!
Eén ding is zeker: op 8 december om 19u00 precies, zal ik ook aanwezig zijn want dan is het  Wereldlichtjesdag - om samen met alle andere aanwezigen een kaarsje aan te steken. Niet alleen voor alle ‘Sterretjes’ van de wereld, maar in gedachte ook een beetje voor mijn ‘eigen Sterren’...

Begraafplaats Rumbeke


Tekst en foto: Wim Vercruysse  Diensthoofd sitebeheer/begraafplaatsenStad & OCMW Roeselare
 

De begraafplaats in Rumbeke -een deelgemeente van Roeselare- was de eerste locatie waar vergroening consequent werd doorgevoerd.  Bodembedekkende beplanting die eentonig en te arbeidsintensief bleek hebben we systematisch en met een duidelijke visie laten evolueren naar meer natuur.  Er werd gezorgd voor verschil in bloeitijdstip, meer gelaagdheid en aanwezigheid van wintergroene planten. Ook zaailingen van bomen mogen op vrij gekomen plaatsen doorgroeien, in functie van de soort en de locatie blijven ze behouden. Aanvankelijk was er bij de nabestaanden een grote weerstand, nu zien bezoekers dat de begraafplaats goed beheerd wordt en zijn er nog weinig opmerkingen

Verdwenen gebruiken rond kindergrafjes Noten en zilverpapier


Tot in de jaren ‘50 van de vorige eeuw, werden tijdens de Allerheiligen periode, vaak okker- of walnoten gebruikt om kindergraven te versieren. Steeds in de regio: Rijmenam, Bonheiden, Beerzel,... Waar het gebruik vandaan kwam en waarom het dan weer in de vergetelheid verdween, is een compleet mysterie...
 

Navraag bij enkele lokale experten, leverde volgende sprokkels op:

Luc Vangeel (Heemkundige kring ‘t Hoefijser vzw - Rijmenam):

Ik heb zo 2 graven gekend die versierd waren met wat wij hier noemen, okkernoten.
Deze walnoten waren meestal halve schelpen, met zilverpapier omwikkeld - wellicht van chocoladerepen.
Het ene graf was uitsluitend een terpje of kunstmatig verhoogje; het andere is een kindergrafje met stèle, waar vooraan op het terpje een kruis in de vorm van okkernoten werd gelegd.
Volgens de inventaris van 1990 werd graf nr. 193 op dergelijke wijze versierd (zelfs tot in 2015).
Volgens diezelfde inventaris van 1990 werd graf nr 31 toen versierd met gekleurde steentjes en bloemetjes en soms ook met okkernoten (zie foto). Dit graf  bestaat niet meer.

Lydia Pellegrims (Heemkring Het Molenijzer vzw):

Mijn moeder werd in 1925 geboren in Beerzel, en zij kan zich deze omwikkelde, halve noten nog herinneren.
Met enige zekerheid kan ze wel vertellen dat steeds de kindergraven, rond Allerheiligen, op deze manier werden versierd. Meestal enkel in de vorm een kruis maar sommige graven moeten zeer opvallend geweest zijn - zij spreekt hoofdzakelijk van mooi versierde graven rond Allerheiligen. 
Waarschijnlijk werden de kindergraven ook rijkelijk versierd net na de begrafenis en dan bleef de versiering ook het volledig jaar op het graf liggen. Deze traditie was zeker tot WOII in gebruik. 
Het kerkhof in Beerzel werd in het begin van de jaren ‘40 ontruimd en de bestaande graven werden naar de huidige begraafplaats overgebracht.
Vermoedelijk bleef dit gebruik nog tot in de jaren ‘50 intact, weliswaar sporadisch. 

Alle info omtrent ‘vergeten gebruiken’ zijn welkom!

De Leuvense sterretjesweide Allereerste herdenkingsplek voor kinderen in Europa


Precies tien jaar geleden werd de sterretjesweide op de Leuvense Stadsbegraafplaats ingewijd. Het was de eerste herdenkingsplek in Europa voor ongeboren kinderen.

Tekst en foto’s: 
 Kathia Glabeke

Voorheen konden ouders die hun kind voor de geboorte verloren nergens terecht. Sommigen oordeelden zelfs dat het beter was dat de ouders het kind ook niet zagen: het levenloze kindje werd dan ook in de kliniek dikwijls al meteen weggenomen, waarna de ouders met lege handen achter bleven. Nochtans rouwen ouders wiens kind het levenslicht niet zag ook. De vzw “Met Lege Handen” vraagt al meer dan 25 jaar aandacht voor de emoties bij het verlies van een levenloos kind. 
 
Zodra de eerste delicate maanden van de zwangerschap voorbij zijn, verwacht men een goede afloop, droomt men over de toekomst, maakt men plannen, bedenkt men al concrete namen. Maar met wie kan je je verdriet delen, als anderen niet de kans hadden zich aan een levend geboren kind te hechten? In Leuven, waar jaarlijks zo’n 50 kinderen levenloos ter wereld komen, legden stad en universiteit de basis voor een serene plaats waar rouw om een ongeboren kind beleefd kan worden. Manu Keirse lanceerde het initiatief, landschapsarchitecte Chantal De Nies tekende het ontwerp. De sterretjesweide ligt enigszins afgeschermd vlakbij het grote kruis en is opgebouwd in de vorm van een ovaal, met daarbinnen twee grote harten. Het Leuvense voorbeeld werd intussen op tal van andere begraafplaatsen gevolgd.

Een wit sterretje

Op deze sterretjesweides kunnen ouders een wit sterretje met de naam en geboortedatum van hun kind plaatsen. Het sterretje staat op een staafje van roestvrij staal. De ouders mogen hun kind er ook zelf begraven, waarvoor meestal een kartonnen doos gebruikt wordt. Er kan ook gekozen worden voor crematie. De ouders die reeds eerder een kindje verloren, mogen eveneens een sterretje plaatsen, en dus vind je ook sterretjes voor kinderen die al veel langer geleden verwacht werden. Kinderspeelgoed en bloemen sieren de weide. In de harten bijvoorbeeld staan in deze herfstperiode paarse viooltjes.
 

 

Vandaag is de Leuvense sterretjesweide ook een ontmoetingsplaats bij wereldlichtjesdag. Op de tweede zondag van december worden om 19 uur overal ter wereld kaarsjes aangestoken ter nagedachtenis van overleden kinderen. Het solidaire lint van licht en de collectieve herdenking op de begraafplaatsen maken het mogelijk het verdriet te delen, waardoor het lichter kan worden. Muziek en poëzie luisteren het ritueel op. De nocturne werd in Leuven een eerste keer georganiseerd in 2016, samen met het Huis van het Kind en contactgroepen voor ouders. Bij ieder gekend kindergraf wordt een kaarsje aangestoken. Ouders en andere rouwenden kunnen zelf ook een lichtje toevoegen.

Sterrenkindjes en Wereldlichtjesdag Kalmthout


Kinderperk begraafplaats Heide opgewaardeerd

De gemeente Kalmthout ontwikkelde een visie op hoe de kinderperken op haar begraafplaatsen er op termijn moeten uitzien. Begraafplaatsbeheerder Ann Boaventura Marques licht toe hoe de visie tot stand kwam en intussen op de begraafplaats in Heide al toegepast werd.

Tekst: Ann Boaventura Marques
en Lin Verbeemen
foto's: Lin Verbeemen


Ann: “Toen ik in 2011 startte als beheerder, viel het me op dat de rijen met kinderzerkjes nogal in het ‘niets’ verdwenen tussen al die grote zerken. Toen ontstond het idee om een visie te ontwikkelen en de kinderperken op de verschillende begraafplaatsen aan te pakken en op te waarderen.”
 
De gemeente Kalmthout stelt voorop dat een kinderperk een plek van rust, sereniteit en geborgenheid moet zijn, met aandacht voor privacy. Daarnaast moeten de verschillende mogelijkheden van begraving (begraving, urnenveld, columbarium...) mogelijk zijn. 
 
Ann: “Voor het columbarium gingen we op zoek naar een alternatief voor een muur. Zo kwamen we terecht bij een paddenstoel in beton, die we wel in natuursteen lieten maken. De stippen van die paddenstoelen zijn plaatsen waarin de as van het overleden kind geplaatst kan worden. Om het geheel nog persoonlijker te maken, plaatsen we op elk van de vier kinderperkjes een beeld dat de band tussen ouder en kind symboliseert. Op de begraafplaats van Heide koos een jury het beeld van Katelijne Lauwerens.” (zie kaderstuk)

Samen met de deskundige groen van de gemeente Kalmthout, werkte Ann een visie uit op de verdere aanleg van het perk in Heide. Een stijl die de gemeente zal doortrekken op de andere begraafplaatsen.
 
Ann: “Tijdens het plaatsen van de paddenstoel, spraken we over hoe we de aanleg zagen: zitbanken, ronde vormen, extra plantenbakken en de combinatie van kleuren en planten. We deelden dezelfde ideeën en gingen ermee aan de slag. Het urnenveld is nu afgebakend met een border in cortenstaal en winterharde beplanting. Daarnaast brengen we kleur en beweging met vlinderstruiken en andere bloemen. Het resultaat is schitterend.”

Het vernieuwde kinderperk in Heide dient als voorbeeld voor de drie andere kinderperkjes. De gemeente Kalmthout plaats de eerstvolgende paddenstoel op de begraafplaats van het centrum.
 
info: Dienst begraafplaatsen 
 [email protected] - 03 620 22 41

DE BLOKKENTOREN

Katelijne Lauwerens
Geplaatst in oktober 2016
Dit kunstwerk uit polyester van kunstenares Katelijne Lauwerens uit Schilde wil op een symbolische wijze de verbondenheid van ouder(s) en kind tot expressie brengen.
Op het eerste zicht een opeenstapeling van witte blokken in verschillende formaten en vrij organisch van vorm, alsof ze geboetseerd zijn uit klei. Verscholen staat een volwassen figuur met een kinderfiguur op z’n schouders.
Je leven wordt opgebouwd, steen voor steen. Ieder draagt z’n steentje bij om je te helpen opgroeien tot wie je bent. De volwassen figuur is sterk en vormt een steunpilaar, de kinderfiguur voelt zich gedragen en ondersteund om die grote wereld aan te kunnen. Maar een blokkentoren blijft wankel. Eén blok er tussenuit kan alles uit elkaar doen vallen. Mooie herinneringen blijven

Jong of oud, iedereen heeft recht op een waardig afscheid De begrafenisondernemer


An Andries ging in mei van dit jaar met een bijzondere onderneming van start, namelijk de allereerste Belgische uitvaartonderneming voor baby’s, welke we ‘Sterrenkindjes’ noemen.

Tekst en foto’s: 
Lin Verbeemen

Na haar studies Japanologie en literatuur trok An in 2000, met zomaar eventjes 3 studiebeurzen op zak, naar Japan om te studeren.
Ze kwam terecht in een gastgezin waar ze voor het eerst, kennis maakte met het verlies van een babytje. Haar ‘nieuwe familie’ eerde het doodgeboren kindje met een schreintje- zoals wij een kruisje kennen. Ook liet haar gastfamilie haar kennis maken met tempels ter ere van ‘JIizo’, de Boeddhistische heilige voor de ‘Sterrenkindjes’. 
Maar na enkele jaren lonkte haar thuisbasis in België en in 2002 kwam ze terug.
Vanwege haar interesse in niet alleen het forensische aspect, maar de uitvaart in het algemeen, kon ze na haar terugkomst zeer snel aan de slag bij een begrafenisondernemer waar ze kneepjes van het vak leerde.

Vanwaar de interesse in Japan en het funeraire?

Ik ben grootgebracht in een niet alledaags gezin, maar eerder in een museum. 
Terwijl mijn moeke haar interesse in de klassieke oudheid, zoals de Egyptenaren en de Grieken lag, verzamelde mijn vader letterlijk alles wat met WOII te maken had. Hierdoor gingen we nooit op vakantie naar een of ander strand, maar schuimden we de musea af.
...en de interesse in Japan en Oosterse talen, daar ben ik gewoonweg mee geboren!
 
Mijn mama werd echter in 2014 ziek en al vrij snel bleek dat het om een vergevorderde vorm van longkanker ging. 
Van zodra ze op een palliatieve eenheid zou worden opgenomen, gaf ze aan om thuis te willen sterven. Op dat ogenblik had ze nog twee weken te leven en het werden, niet alleen zeer intense, maar ook bijzonder openhartige dagen waarin alles bespreekbaar was. Zo zochten we samen haar kleding uit, bespraken we de details van haar uitvaart waarbij zelfs euthanasie ter sprake kwam.
Gelukkig is ze zelf mogen inslapen.
Ook mijn zoontje Finn, is bij het hele gebeuren nauw betrokken geweest. 
Nadat ik eerst het lichaam van mijn moeke gewassen en verzorgd had, ging ik met mijn zoontje naast zijn oma zitten, terwijl er open en eerlijk over gepraat kon worden.
Zo kon hij voor hem - belangrijke vragen stellen zoals: “Kan ze nog zien door haar ogen? Of kan ze ons nog wel horen?” 
Waarop ik hem rustig kon uitleggen dat het nog steeds haar ogen waren, maar dat net zoals bij een pop waarbij de batterijtjes ‘op’ zijn - ze ons niet meer kon horen en zien.
 
Het waren zo’n ontzettend dankbare momenten waarin het respect voor het lichaam dat mij ooit op de wereld heeft gezet, alleen maar deed groeien.
De vragen van mijn zoontje en het samen praten, zijn voor mij de eerste aanzet geweest naar mijn huidig verhaal. Maar op dat ogenblik wist ik het nog niet, ik wist alleen dat ik ooit ‘iets’ ging doen....
Na de uitvaart hebben we met z’n allen (familie en vrienden), een perenboom in de tuin geplant, daar waar haar assen werden uitgestrooid. Een plek die nooit hetzelfde is vanwege de verschillende seizoenen maar een plek waar men zich af en toe kan afzonderen, voor een praatje met haar.
 

Hoe ben je aan de voorbereidingen van je zaak begonnen?

Ondertussen had ik behoorlijk wat ervaring op mijn werkplek opgedaan maar er ontbrak nog iets... Vooral tijdens mijn eerste gesprekken met ‘Sterrenouders’ merkte ik dat er -
volgens mij - niet voldoende aandacht was voor het emotionele. Het bleef voor mij eerder te zakelijk...
Zo ging ik op zoek naar antwoorden en kwam ik in contact met bijvoorbeeld een ‘Afscheidsfotograaf’ van vzw Boven de Wolken, of de koesterkoffers van het Berrefonds. Ook kwam ik in gesprek met Marleen Vertommen, rouw- en verliestherapeut en voorzitster van vzw Met Lege Handen, enz...
Wel, ikzelf en al deze mensen met verschillende visies en initiatieven, zijn rond de tafel gaan zitten om de noden van het ogenblik te bespreken en voilà: “Nooit Vergeten”, stond in de startblokken. 
 
De voorbereidingen waren echt niet min... Ik moest op zoek naar een degelijke rouwwagen, waar ook de ouders in konden plaatsnemen. 
De keuze viel op een VW (Caddy Maxi), welke tot een volwaardige ‘babyrouwwagen’ omgebouwd werd. En vooral, een auto waarin de vorm van een traditionele rouwauto nog te herkennen was. En met de kleurkeuze ‘Starlight Blue’, kwam mijn sterretjeslogo perfect tot z’n recht!
Ook ging ik op zoek naar mooie mandjes, kistjes en urnen en ben nu ontzettend trots op m’n rouwkamertjes met wiegje waar de ouders - wat mij betreft - uren bij hun kindje mogen waken.
En de wiegjes, die zijn voorzien van een speciaal ontworpen koeling, genoemd de Cuddle Cot™
Jammer genoeg, droogt de huid van een baby’tje vaak snel uit... En een Nederlandse mama (Ilona) die net haar kindje, waar ze zo trots op was, verloren had, wilde zo graag haar kindje nog aan familie en vrienden tonen en ging op zoek naar een oplossing.
Ze ontdekte dat de huid langer mooi bleef door bewaring van het lichaampje in water met een temperatuur van 4°. Gewoon ‘De Watermethode’ genoemd, terwijl het eigenlijk niet meer is dan puur kraantjeswater... 

Hoe vond men de weg naar jouw uitvaartonderneming?

Wel, net op het moment dat mijn rouwauto afgeleverd werd, bleek de allereerste rouwbus van ‘Van Hool’, een groot nieuws-item. En ik dacht dat er evengoed ook over mijn wagentje mocht gesproken worden... 
Ik nam de telefoon en m’n eerste tv-interview was een feit!
Eén van de eerste ouders die contact met me opnamen hadden dit interview op tv gezien, niet beseffend dat ze twee maanden later zelf bij mij op gesprek zouden komen...
Anderen werden dan weer door familie of vrienden attent gemaakt over mijn bedrijf, want ook zij hadden het item op tv gezien. Of ze werden door het ziekenhuis doorverwezen en uiteraard, vooral social media speelden hun rol.

En als ik nog één ding mag zeggen: “Vergeet nooit, maar dan ook nooit de ouders eerst proficiat te wensen met de geboorte van hun kindje, want zij zijn trots! En dan pas condoleren...”
 
...en misschien toch nog een tweede puntje: “Eigenlijk zou ‘Nooit Vergeten’, moeten omgevormd worden naar een vzw. Want elk kindje, ongeacht religie of afkomst, heeft recht op een waardig afscheid”.

Wat maakt een babyuitvaart zo speciaal of zo anders… Het grote verschil zit in het intieme karakter, het is absoluut geen statische aangelegenheid!


Het is belangrijk om met de ouders en familie op zoek te gaan naar de juiste rituelen (zoals kaarsjes, eigen teksten,...) Het is vooral nodig om het verdriet in hun eigen handen te leggen. Er een tastbare herinnering van maken, zoals bijvoorbeeld het kistje dat kan doorgegeven worden. Of de genodigden een gepersonaliseerd kaartje bij het binnenkomen overhandigen, waarop ze een persoonlijke boodschap kunnen schrijven...
Je zou ervan versteld staan hoe vindingrijk sommige ouders zijn.
...en dat is belangrijk: hen niets uit handen nemen, maar hen vooral de mogelijkheid geven om zélf afscheid te kunnen nemen!

Rouwen, een leven lang, kan en mag! De rouwtherapeut


Een gesprek met Marleen Vertommen, rouw- en verliestherapeute, over het ‘nieuwe rouwen’. Een gesprek waar ik eigenlijk stil van werd...

Tekst en foto’s: 
Lin Verbeemen

Ja, wat is dat precies, dat ‘nieuwe rouwen’?

Wel, daarvoor moeten we terug de tijd ingaan. Vroeger, eigenlijk nog niet zo gek lang geleden. Droeg men bijvoorbeeld, afhankelijk van de graad van verwantschap -  tot zelfs 6 weken lang, zwarte rouwkleding of een zwart lintje om de rouwperiode te benadrukken. En daarna, was het gedaan, je hervatte het dagdagelijkse leven. Van de ene op de andere dag was de rouwperiode voorbij! Vrij vertaald, deed men alsof het gedaan was en kreeg de rouwende geen tijd om te herstellen terwijl er een leven lang gerouwd wordt! 
Dit werd ook wel het ‘lineaire’ rouwen genoemd, er was een begin- en eindpunt.
 
Uiteindelijk is men in de jaren ‘70, ‘het rouwen’, wetenschappelijk gaan onderzoeken en sindsdien maakten we een hele evolutie door. Gaande van de 5 stappen van rouwverwerking, beschreven door Elisabeth Kübler-Ross (ontkenning, woede, onderhandelingsfase, het uiten van gevoelens om uiteindelijk tot de aanvaarding te komen). Waarmee we eigenlijk in het ‘duale’ tijdperk van rouwen gekomen waren. 
Welk Wiliam Worden dan weer herleidde tot een 4-stappen-plan van taken (het onder ogen zien van het verdriet, het ervaren van pijn en verdriet, het rouwproces aanpassen in je leefwereld om daarna terug te leren genieten en de herinnering aan de overledene of geliefde leren vasthouden).
Manu Keirse, vestigde de aandacht op bovenstaand stappenplan door hierover, niet alleen in België maar ook in Nederland, in verstaanbare taal lezingen te geven. 
Dit model blijkt tegenwoordig echter een beetje achterhaald te zijn. Want rouwen is echt geen ziekte, ondanks de symptonen vergelijkbaar zijn met een depressie of burn-out, maar een gezonde reactie op een ingrijpende gebeurtenis in ons leven! 
Alhoewel, rouwpijn op termijn wel vermindert, wordt er tegenwoordig toch toegestaan om een heel leven te rouwen en zeker om erover te praten - want daar is nood aan.
Eigenlijk slingert iemand een leven lang door zijn verlies heen..., een heel belangrijke zin!
 
Ik neem nu het voorbeeld van een jonge vrouw die als kind haar eigen moeder verloor. Zij staat op het punt te bevallen van haar eerste kindje en heeft nood om daarover te praten met haar eigen moeder en kan dat niet... 
Zij was ‘hersteld’ van het verlies van haar moeder, maar valt op dat ogenblik terug in het gemis en gaat weer rouwen om daarna terug te herstellen... Een leven lang!

Eigenlijk kan je stellen dat iedereen een eigen rouw-dna bezit, het heeft allemaal te maken met het hechtingspatroon van een individu.

 

En dan komen we nu bij de kinderen, 
hoe gaan zij daarmee om?

Ook hier hebben we een lange weg afgelegd. Vroeger werden kinderen niet bij het overlijden van een ouder- of grootouder betrokken. Zij werden niet uitgenodigd om te praten over het gebeuren, zij werden niet ‘gekend’. 
Kinderen kunnen het verdriet van volwassenen bijvoorbeeld ook niet bevatten omdat ze er niet mee hebben leren omgaan. Dat is voor hen té zwaar om dragen en gaan daardoor soms hun kind-zijn overslaan, om hun ouders te beschermen. Ook worden ze vaak ‘boos’, omdat ze dat gevoel dan weer wel kennen...
 
Zelf ben ik twee kinderen rond de periode van de geboorte, verloren. 
Onze andere kinderen konden pas na een belangrijk verlies in hun leven, zoals bijvoorbeeld bij het sterven van hun geliefde huisdiertjes, dit verlies integreren in het dagelijkse leven door er een ritueel rond te bouwen. We gaven deze diertjes een laatste rustplaats in de tuin en konden erover vertellen waardoor de kinderen met de emotie van het verdriet leerden omgaan.

Zijn die rituelen belangrijk in het ‘nieuwe rouwen’?

Jawel, heel belangrijk! De huidige rituelen (voorbeeld een eucharistieviering, afscheid in de aula...) voldoen absoluut niet meer.
Pakweg 40 à 50 jaar geleden, werd de overledene nog  thuis opgebaard. Waardoor men de gelegenheid had, op zijn eigen tijd, afscheid te nemen. Men kon nog even bij de persoon gaan zitten en afscheid nemen door over hem of haar te vertellen. 
Daarna werd de dood dan weer weggestopt en tegenwoordig neemt men het intitiatief steeds weer vaker in eigen handen, door terug thuis op te baren of zelf de kist te beschilderen,...
Wat op zich zeer bevrijdend werkt, want de tradities hadden de afgelopen jaren het schaamtegevoel rond het rouwproces in de hand gewerkt.

U bent rouw- en verlies-therapeute, is dit een erkend beroep?

Ik ben een geboren muzikante en speel nog veel muziek maar door mijn eigen verlies ben ik weer gaan studeren. In de eerste instantie, ‘Postgraduaat rouw- en verliesconsulent’ aan de Arteveldehogeschool in Gent en tegenwoordig studeer ik nog, online, aan het Portland Institute.
Jammer genoeg, wordt deze therapie nog niet genoeg door de professionals erkend. Waardoor men dit eerder als een luxe-therapie, zonder terugbetaling, beschouwd.
Ondertussen bouwde ik echter een netwerk op met mensen die hier het belang wél van inzien, waardoor ik diegenen die er nood aan hebben, kan helpen.
 
Vanwege mijn eigen verlies ben ik voor een enkeling misschien een ‘ervaringsdeskundige’, maar voor mezelf ben ik vooral de moeder van 5 kinderen en niet van maar 3 kinderen... Ook niet de mama van twee ‘Sterrenkindjes’. Neen, ik ben mama of moeder van al mijn kinderen!

Bijkomende info


Voor wie zich meer in deze materie wil verdiepen, kan Marleen volgende boeken aanbevelen:

Het DNA van rouw

‘Eigentijdse handleding voor het omgaan met rouw en rouwenden’

Geschreven door: Gerke Verthriest, Johan Maes
ISBN-nummer: 9789492011916

Gehavend

‘Notities voor eigen-wijs rouwen’
 
Geschreven door:  Johan Maes
ISBN-nummer: 9789492011213

Ik geef jou een naam... Goed nieuws voor veel sterrenouders, de Belgische Wetgeving omtrent de naamgeving van je sterrenkindje (in het bijzonder artikel 58 & 59) is aangepast.


Dit artikel verscheen op www.woordenvanvaarwel.com op 15 april 2019

Ik weet het, we zijn er nog niet, perfect is het helemaal niet, maar we gaan de goede kant op... Stapje per stapje.
Toen de nieuwe wet van kracht werd op 1 april 2019 was er echter nog veel verwarring, zowel bij de sterrenouders als op de verschillende gemeentes. Er was namelijk zoveel veranded binnen de dienst Burgerzaken (zeker met name de dienst overlijdens) dat niemand nog kon volgen.
Ik pluisde het uit.
Er wordt nog steeds gekeken naar de duur van de zwangerschap, namelijk:
bij een zwangerschap van 140 tot 179 dagen krijgt het sterrenkindje een voornaam, dit op verzoek van de ouders.
Bij een zwangerschap vanaf 180 dagen krijgt het sterrenkindje een voornaam en een familienaam. Dit moeten jullie niet zelf aanvragen maar zal automatisch gebeuren op de dienst Burgerzaken.
(Het betreft hier dus een doodgeboren sterrenkindje, de regelgeving omtrent kindjes die na de geboorte komen te sterven is dan weer gelijklopend aan de ‘gewone’)

Wat heb je precies nodig om je sterrenkindje een naam te geven?
 
Een dokter of gynaecoloog schrijft een attestje van de bevalingsdatum, uur, plaats en het geslacht van het kindje.
Tevens vermeldt hij/zij het aantal dagen zwangerschap op dit attestje.
De mama komt samen met dit attestje en haar eID het sterrenkindje aangeven. - Papa’s mogen natuurlijk ook meekomen
  

Maar wat is het allerbelangrijkste nieuws?

Tot 30 maart 2020 kan iedereen die ooit ouder werd van een sterrenkindje dit komen erkennen door ook de bovenstaande procedure te volgen.
Hiernaast kunnen jullie nog een overzichtelijk (ietwat droog uitgeschreven) schema terugvinden waarin alles kort staat samengevat. 

Wil jij graag de vernieuwde tekst uit 
het Belgisch Wetboek ontvangen, 
mail dan even naar: 

[email protected]


Boekbespreking ‘De boom in het land van de Toraja’ (De Bezige Bij, 2016).


Zo lezen we op de flaptekst van het schitterende boek van Philippe CLAUDEL (°1962, Fr) :

Een filmmaker van middelbare leeftijd verliest zijn beste vriend, de grappige en vaak verwarrende Eugène.  
Laverend tussen twee magnifieke vrouwen, tussen het verleden en het heden en omringd door herinneringen aan geliefde gezichten en onverwachte ontmoetingen denkt hij na over de plek die de dood in het leven heeft.

Op Sulawesi (Indonesië) wonen de Toraja’

Deze beschouwende roman heeft het over het leven en de dood en de relatie tussen ons ik en ons lichaam


Tekst: Johan Herreman

Het begint met de prachtige woorden: ‘Op Sulawesi (Indonesië) wonen de Toraja.  Dit volk laat zijn leven obsessief leiden door het ritme van de dood’. Het beschrijft kort hoe zij een uitvaart – tot soms jarenlang na het overlijden! - voorbereiden. ‘In die hele periode wordt het lichaam van degene die nog niet als een dode maar als een zieke wordt beschouwd – to masaki- geconserveerd.’
 
Wetenswaardig is waar Claudel het heeft over een tocht waarbij hij wordt meegenomen naar een bijzondere boom op een open plek in de buurt van een dorp: ‘Het is een tombe voor de allerjongste kinderen, die in de allereerste maanden van hun leven zijn gestorven: in de stronk van de boom is een holte uitgehakt waarin men de kleine doden, in een wade gewikkeld legt.  Het houten graf wordt dan via een vlechtwerk van takken en doeken gedicht. In de loop van de jaren ‘groeit het vlees van de boom weer langzaam dicht en dan bewaart hij het kinderlijfje onder de geheelde schors in het eigen grote lichaam. Daarna begint langzaam maar zeker, in het geduldige tempo van de groei van de boom, de reis van het kind naar de hemelen.’… ‘In onze wereld wordt de aanwezigheid van de dood tegenwoordig uitgewist. De Toraja maken hem juist tot het middelpunt van het leven. Wie heeft er gelijk ?’
 
Naast de beschrijving van dit zeer mooie symbolische afscheid, dat zoals uit de geciteerde zinnen blijkt heel eenvoudig wordt neergeschreven, is de retorische vraag die Claudel hier stelt er één van de vele die hij zich doorheen het boek stelt. Waar hij evenwel vertelt over de dood van enkele bergbeklimmers besluit hij: ‘voor mij waren ze niet helemaal dood. Ze waren alleen niet meer in leven. Dat was niet hetzelfde.’
 
Verder verhaalt hij over leven en dood en kijkt met verwondering naar hoe we enerzijds kennis aanwenden voor twee tegenstrijdige wegen: steeds efficiëntere vernietigingsinstrumenten en het behoud van de menselijke soort. Enerzijds via natuurkunde en scheikunde om te doden, anderzijds diezelfde wetenschappen gebruikend om geneeskunde en farmacie toe te laten de mens zo lang en zo goed mogelijk in leven te houden.    

Oxymoron

Halverwege het boek komt hij terug op de boom van de Toraja voor het dode kind en beschrijft een voor hem één van de meest bruuske uitdrukkingen in de taal: ‘doodgeboren’, ‘het verschrikkelijkste oxymoron dat er bestaat’ (oxymoron = twee woorden in één woord die elkaar letterlijk tegenspreken).   Hij spreekt over zijn echtgenote die hun doodgeboren kind ‘net als de Toraja’ in zich heeft laten doorgroeien want Agathe zou thans een jonge vrouw van 22 zijn geweest of geworden en bedenkt dat, sinds het ontstaan van de mensheid, er om en bij de 105 miljard mensen elkaar op de wereld hebben opgevolgd, waarvan er één miljard verdwenen zijn en waarvan er niets of bijna niets meer over is. Bijna niets want als hij het over de kunstenaars, dood of levend, heeft bedenkt hij dat we onze innerlijke emotionele constitutie ook aan hen te danken hebben (naast onze erfelijke ingesteldheid, ouders, leraren…)  Hij heeft het als rode draad in zijn boek ook over het uitwisselen/schenken van boeken: ‘Eugène’ geeft er hem regelmatig een met de woorden ‘Net iets voor jou’.  

 
Dit boek, dat me toevallig (maar wat is toevallig voor een verwoed lezer en bibsnuffelaar?) in  handen kwam, was ‘net iets voor mij’. Het is bijzonder leesbaar, eenvoudig van taal, geen hoogdravend gefilosofeer maar doet in stilte luidop nadenken over leven en dood met enkele beklijvende doordenkers. Aanbevelenswaardig; zoveel is zeker (net zoals Claudel’s andere boeken trouwens).
 

Foto Dirk Deck

 
www.outandabout.be

Wat doen Grafzerkjes zoal…, Rob Cornelissen


Twee Britse soldaten krijgen de nodige aandacht

Turnhout
 
Tekst en foto: Rob Cornelissen

Beiden soldaten waren krijgsgevangen genomen tijdens de Slag om Gavrelle
in Frankrijk, in de buurt van Oppy.
Tijdens het verblijf in het kamp van Friedrichsfeld, konden beiden ontsnappen
en tot in de Antwerpse Kempen geraken. In de vroege ochtend van 1 september 1917 probeerden de twee ontsnapte Britse krijgsgevangenen in Weelde-Station (deelgemeente van Ravels) de grens met Nederland over te steken. Maar op de een of andere manier, raakten ze beiden, de Dodendraad en werden op slag gedood door electrocutie. Hun stoffelijke overschotten werden naar het mortuarium van het Gasthuis in Turnhout gebracht waar ze werden opgebaard.
Op 3 september 1917 werden beiden begraven op de oude stedelijke begraafplaats in de Kwakkelstraat van Turnhout.
Vreemd genoeg werden deze twee graven later niet geïntegreerd in het CWGC-perk op een paar meter daar vandaan, kort na de Tweede Wereldoorlog voor de gesneuvelde uit het Britse Gemenebest werd aangelegd.
Opmerkelijk is dat meer dan 40% van de verliezen van de Royal Navy tijdens
de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven waren! Na de oorlog werd Royal Naval Division in april 1919 definitief opgeheven. 
Winston Churchill, de oprichter van deze divisie, was hierbij aanwezig.

Soldaat KILCLOYNE JAMES JOSEPH

geboren op 21/01/1894
woonde in Chesterfield  Engeland
D Company, 2nd Royal Marine Battalion Royal Naval Division
gevangen genomen in Oppy (Frankrijk) op 28/04/1917
- Kamp 1: Limburg an der Lahn (D)  
- Kamp 2: Friedrichsfeld (D)
overleden: 1/09/1917 (Weelde)
Historische Begraafplaats 
Turnhout grafnr: 13937
 
Kilcloyne kreeg zijn opleiding in het depot Plymouth

Soldaat JOHNSON EDWARD

geboren op 1/10/1895
woonde in Middlesborough Engeland
B Company, 2nd Royal Marine Battalion Royal Naval Division
gevangen genomen in Oppy (Frankrijk) op 28/04/1917
- Kamp 1: Limburg an der Lahn (D)
- Kamp 2: Friedrichsfeld (D)
overleden 1/09/1917 (Weelde)
Historische Begraafplaats 
Turnhout grafnr: 13936
 
Johnson was een Royal Marine die zijn opleiding kreeg in depot Portsmouth

Collectie van het Turnhoutse Stadsarchief

In de Collectie van het Turnhoutse Stadsarchief (Kristien Lenaerts), werd nog een foto teruggevonden van het opgebaarde lichaam van een van de twee Engelse soldaten in het Gasthuis van Turnhout - tegenwoordig het Cultuurhuis De Warande. Jammer genoeg is niet meer te achterhalen om wie het gaat...

Foto’s: National Archives


Beiden soldaten waren krijgsgevangen genomen tijdens 
de Slag om Gavrelle in Frankrijk, in de buurt van Oppy. 

Meer info:  https://www.wereldoorlog1418.nl/

royal-naval-division/index.html#015

Grafzerkje krijgt ruimte in het Schoonselhof! Aanvankelijk kreeg Grafzerkje in de Neerhoeve een lokaaltje toegewezen om er het materiaal te bergen dat voordien noodzakelijkerwijze in de garage van ons aller Jacques Buermans was ondergebracht


Tekst en foto’s: Frans Van de Vondel 
en Veerle Audenaert

Het was geweten dat dit tijdelijk zou zijn omdat de hoeve gerenoveerd zou moeten worden en het er absoluut niet zo veilig was. Maar, daar zou een mouwtje voor worden aangepast. Men was volop werken aan het uitvoeren aan het voormalig Wachtlokaal aan de ingang van de begraafplaats. Daar zouden wij binnenkort terecht kunnen. 
Nu is de kogel door de kerk! Grafzerkje heeft de wachtzaal van het Schoonselhof ter beschikking gekregen sinds half november. 
Gewapend met een sleutel en een toegangscode begaven wij ons naar de hoeve en naar het Wachtlokaal. Aanvankelijk was het de bedoeling om eerst even alles te bekijken en op te meten en, waarom niet, al één lading mee te pakken vanuit de hoeve. Dat was in de late middag en tegen sluitingsuur. ’
‘s Anderendaags zijn we teruggekeerd en hebben dan toch maar alles overgebracht, gezien het ideale weer. Alle materiaal werd zo netjes mogelijk geschikt en opgeborgen. We hebben zelfs een mini lapidarium kunnen inrichten met alles wat Jacques heeft gekregen.
Door onze schouders er eens ferm onder te zetten nam de verhuis slechts enkele uurtjes in beslag. 

We hebben zelfs kennis kunnen maken met het alarm: OORVERDOVEND als het geactiveerd is. Niet te verwonderen dat sommigen er bijna een hartinfarct aan overhielden. Maar nu is alles OK en onder controle.
Wat een luxe! We kregen een proper, verwarmd gebouw ter beschikking. De hoeve had zijn charme maar was, spijtig genoeg, helemaal vervallen. We zijn er dus veel op verbeterd, met dank aan de verantwoordelijken van het Schoonselhof.

En weet je: In het vervolg kunnen onze rondleidingen daar starten en er kan gebruik gemaakt worden van de toiletten, dat is misschien nog het belangrijkste.

Met bijzondere dank aan de directie van het Schoonselhof om ons deze ruimte ter beschikking te stellen.