Nieuwsbrief Nr. 106 - juli 2018

Doodgewoon ne vriendelijke jongen!Tijdens de rondleiding van 27 juli 2002 ging hij voor het eerst mee op stap, maak kennis met: Johan Moeys


7 juli 2001, op de begraafplaats van Brugge zag (toen nog) Grafzerkje, het levenslicht tijdens de allereerste rondleiding.
Door de jaren heen bleven verschillende leden onze vzw zeer trouw! Hoogdringend tijd om deze Grafzerkjes van het eerste uur eens onder de loep de nemen. De keuze wie als eerste de spits mocht afbijten was zeer snel gemaakt,
al was het maar om zijn zeer herkenbare verschijning…

Om te beginnen haalde Johan - een beetje verontschuldigend dat hij werkelijk niks kan wegsmijten - een bundeltje papier te voorschijn waarvan de eerste pagina zijn allereerste mail met onze voorzitter Jacques Buermans (6 december 2001) betrof, samen met een foldertje over het Schoonselhof.
 

Maar over dit foldertje straks meer… 
Eerst gaan we het even hebben over Johans jonge jaren. Na zijn middelbaar onderwijs was hij van plan om verder te studeren en twijfelde nog tussen Pol & Soc of geneeskunde, maar deze laatste studies bleken iets te prijzig voor het arbeidersgezin waarin hij opgegroeide.
Uiteindelijk, besliste hij om in de verpleegkunde verder te gaan en deed zijn ingangstest in Sint-Elizabeth (Leuven), en werd toegelaten.
Het zware studentenleven van Leuven eiste echter zijn tol en Johan verhuisde naar de paramedische opleidingen in Mechelen. Om daarna in 1987 met z’n felbegeerde diploma op zak te starten aan zijn verpleegcarrière. Na vele jaren meegedraaid te hebben op de hartbewaking, werkt hij tegenwoordig op de stroke-unit in Sint Maarten (Mechelen).
Tijdens dit traject begon de vonk naar het funeraire over te slaan. Elke verpleegkundige komt vroeg of laat met de dood in contact en tijdens de laatste verzorgingen vroeg hij zich af wat de dood nu eigenlijk met ons lichaam doet…
Hij kocht een boek (Death to Dust, What happens to Dead Bodies? geschreven door Kenneth V. Iserson, M.D.), waarin niet alleen het hele gebeuren, maar ook de verschillende stadia van het ontbindingsproces haarfijn werd uitgelegd. En als kers op de taart, ook nog een behoorlijke zijsprong naar de funeraire symboliek..
Hier wou hij meer over weten en ging op 1 december 2001 op stap naar A’pen waar hij bij de stadsdiensten een boekje kreeg met wandelingen op het Schoonselhof, geschreven door niemand minder dan Jacques Buermans.
 
Voilà, en via het verhaal van het foldertje ging hij op 27 juli 2002, tijdens de rondleiding in Brussel voor het eerst mee op stap.

Tijdens een van deze rondleidingen hoorde hij voor het eerst over de adoptie of overnamemogelijkheden van grafmonumenten en kreeg naderhand gedetailleerde info via Rudy D’Hooghe (de toenmalige Gentse begraafplaatsbeheerder).
Johan liet zijn oog vallen op Gentse Westerbegraafplaats  en ging zelf op inspectieronde. Maakte zijn eigen inventarisatie waaruit 2 monumenten werden geselecteerd:
 De Schepper-Niffle
 Klipstein - De Saegher
Deze twee graven werden voor elk 3 euro in januari 2003 geadopteerd.
Trots verzorgde hij jaarlijks deze twee graven, inclusief het planten van wat bloemetjes. Maar nadat het enigszins begon te verwateren sprak hij Grave Gardening aan, die nu op hun beurt voor amper 45 euro per jaar  voor de beplanting zorgen.
                                                                          
Feit is, dat zijn inventarisatie meer dan degelijk was, want hij zocht er een ’specialeke’ uit. Namelijk het graf van  Emma Niffle.
Zij werd gedood tijdens de bombardementen in augustus 1917 en haar graf werd opgetrokken uit brokstukken van haar huis. Zelfs Virginie Loveling maakt hierover melding in haar boek: ”Oorlogsdagboeken. Een vrouw vertelt over haar Eerste Wereldoorlog”.

Körperwelten

De eerste tentoonstelling van Körperwelten (2001) kan ik me zelfs nog voorstellen, in de Slachthuizen van Anderlecht! Een tentoonstelling waar ik indertijd m’n ogen heb uitgekeken, voor Johan was het iets minder fascinerend… Hij zou het eerder omschrijven als: ”Is het dat maar.”...
 
Hij had gehoord over een tentoonstelling met ”echte lijken” en met de collega’s die het zagen zitten gingen ze met z’n  allen kijken,  waaruit achteraf bleek dat het voor verpleegkundigen helemaal niet zo sensationeel was. Maar ze waren het er wel gezamenlijk over eens dat het bijzonder jammer was niet over dit materiaal te beschikken tijdens hun studententijd. Het had zoveel meer kunnen verduidelijken, i.p.v. te studeren met droge zwart/wit-tekeningetjes in de boeken.
Bij het naar huis gaan, graaide hij nog wel een donor-brochure mee. Thuis werd dit foldertje volledig uitgeplozen en Johan besloot zijn lichaam, uiteraard na zijn overlijden, aan het bedrijf van Dokter Gunther von Hagens te doneren.
Het contract werd opgemaakt waarin hij toestemming gaf of zijn lichaam mocht tentoongesteld worden of louter als studieobject.
Ook gaf hij toestemming dat de pers hem mocht contacteren. En ja hoor, op nen schonen dag werd hij opgebeld door een journalist van de Gazet van A’pen en verscheen nadien met foto in de krant!
 
Vermits het geen bindend contract is, kan Johan zich nog altijd bedenken.

Dat je niet op het uiterlijk moet afgaan is meer dan duidelijk want na de tsunami  op Sri Lanka (2004), ging hij naderhand voor een zes-tal weken hulp bieden. Dit in samenwerking met Carritas International die instonden voor de huisvesting en reiskosten.
 
 
 
Zo, dit was het verhaal van Johan Moeys die zijn ‘onsterfelijke’ toekomst verzekerd weet bij Körperwelten.

 
Tekst: Lin Verbeemen
Foto’s: Johan Moeys, Jacques Buermans en
Lin Verbeemen

ANEKDOTE...

Het is algemeen geweten dat men op Brusselse begraafplaatsen niet mag fotograferen...
Voor de rondleiding in Evere (mei 2009) kon Johan Moeys een echt gesofisticeerd spionagetoestel op de kop tikken waardoor hij onopgemerkt foto’s kon nemen. Ideaal om te fotograferen waar het eigenlijk niet mag en legde niet alleen een gedeelte van de groep vast, maar ook de schrik der Brusselse begraafplaatsen: gids Cecilia!