Een merkwaardige begraafplaats op het eiland Sainte-MariePiratenkerkhof
Beste Grafzerkers
Hopelijk heeft mijn artikel over de rituele begravingsceremonie Famadihana in Madagaskar jullie kunnen boeien, want we blijven nog even in dit mysterieuze eiland, dat zeker nog al zijn geheimen niet heeft prijsgegeven.
Op een van de pareltjes voor de kust, nl. het eiland Sainte-Marie (noordoosten op anderhalve dag rijden en varen van TANA), ligt een wel heel erg merkwaardig kerkhof… Wellicht niet het enige ter wereld maar voor mij was dit echt uniek. Het is namelijk een PIRATENKERKHOF.
Ondanks het leven zonder GOD NOCH GEBOD hielden deze lui eraan om bij het aanschouwen van de dood, toch nog een christelijke begrafenis te houden. Je weet maar nooit of ze vergiffenis konden krijgen en wat niet schaadt, kan eventueel in het hiernamaals nog baten...
Een wereldgeschiedenis
Maar wat is nu de geschiedenis achter dit Piratenhol
Nadat de Portugezen het eiland ergens in de zestiende eeuw ontdekten op hun weg naar de oost (verderop lagen nog GOA in India en Macau in China) werd er een handelspost gesticht. In 1643 telde Sainte Marie reeds een 600 tal inwoners…. Het Portugese wereldrijk stortte echter in en landen zoals Frankrijk, Engeland en Nederland sprongen in het gat.
De Fransman Jacques Pronis stond een tijdje aan het hoofd van deze kleine nederzetting maar malaria decimeerde de bevolking. De lokale Betsimisaraka kregen nadien weer even de bovenhand. Tot alle crapuul, vrijbuiters, gesyfilliseerde zuipschuiten en ander vroom volk besloot van Sainte-Marie haar thuishaven te maken…
Aangezien dit eiland op de route naar de oost lag en de boten in die tijd nog steeds kustvaarders waren, gebruikten zij de zee-engte tussen het hoofdeiland Mada en Sainte Marie om verder oost- of westwaarts te varen…
De beroemdste piraten waren hier beste maatjes met de plaatselijke bevolking, en voelden zich hier thuis zodat ze er ook begraven wilden worden.
Mannen met bloed aan hun handen, parels rond de nek, een zwart lapje voor het oog en misschien ook wel een houten poot, liepen hier rond, luisterend naar namen als Plentain, LaBuse, Tew, Williams en Thomas White.
Koningin Betty
Deze laatste verwekte wellicht in een dronken of amoureuze bui de eerste Betsimisarakakoning waaruit de latere koningin Betty afstamde. Deze trouwde met Korporaal Jean Onsime Filet, bijnaam La Bigorne, een vrouwenloper eerste klas... Na nogal wat strubbelingen werd het eiland uiteindelijk door de Fransen ingelijfd.
Betty genoot van een weduwen-ouwedag op La Reunion en la Bigorne mocht de plantages beheren tot aan zijn dood op het einde van de achttiende eeuw.
Het eiland zat nu stevig in Franse handen en van piraterij was geen sprake meer.
De grafstenen op het kleine kerkhofje getuigen nog van de korte maar krachtige periode in een wereld waar geen wetten waren en waar de piraat stal van de rijken, welke het trouwens ook ergens anders hadden gestolen… veel maakte het dus allemaal niet uit.
Het zou wel ontzettend boeiend zijn, indien via de teletijdmachine van Professor Barabas , wij een bezoek konden brengen aan dit prachtig tropeneiland. Maar dit zal wel een droom blijven...
Misschien tot bij een volgende uitstap.
Tekst en foto’s: Charles Polet